De Kelten en de maretak.

De Kelten en de maretak.

Aan het begin van onze jaartelling werd ons land bewoond door de Kelten. Bij de Kelten speelde de maretak een bijzondere rol en al helemaal als deze in een eik groeide. Alles wat op een eik groeide was een geschenk van God. Voor hun priesters, de druïden, was niets heiliger dan de maretak. Maretak groeit echter maar heel zelden op een eik maar als hij werd ontdekt werd deze op een rituele manier geplukt. Dit gebeurde op de zesde dag van de maan omdat deze dan het sterkst is. Nadat alle voorbereidingen waren getroffen voor het offerfeest dat onder deze eik werd gehouden klom de druïde die voor deze gelegenheid in het wit gekleed was in de boom en sneed met een gouden snoeimes de maretak af en wierp deze naar beneden waar hij in een witte doek werd opgevangen. De maretak mocht de grond niet raken omdat hij dan zijn magische en geneeskrachtige werking zou verliezen. De twee witte stieren, die meegebracht waren naar het feest, werden vervolgens geofferd. Daarna werd er gebeden, gezongen en gedanst.
De maretak werd door de Kelten gezien als een geneesmiddel voor van alles. Het zou helpen tegen epilepsie. Zweren zouden voorspoedig genezen als je een blaadje op de wond legde en kauwde op een ander. Wanneer zwangere vrouwen een takje bij zich droegen zou dit de bevalling vergemakkelijken. Een drank vervaardigd van maretakbessen zou de vruchtbaarheid van het vee bevorderen. Ook werd er een soort toverdrank van gemaakt die onoverwinnelijk maakte. Het bekendste voorbeeld hiervan is de toverdrank die door Panoramix, druïde in een klein dorpje dat dapper stand hield tegen de Romeinen, wordt gemaakt voor het legendarische duo Asterix en Obelix.
De Kelten zelf schreven niets op. De bovenstaande informatie is opgetekend door de Romeinse schrijver/botanicus Plinius de Oude. (afbeelding rechts)


Volgende pagina: Gebruiken