10 oktober 2010

10 oktober 2010

Apremont

 

Ik ben afgelopen week toch eindelijk maar begonnen met het uitzoeken van de vakantiefoto’s. Dat valt tegenwoordig niet mee. Vroeger nam ik voor een zomervakantie twee, hooguit drie fotorolletjes mee, goed voor zo’n honderd foto’s. Na thuiskomst bracht ik de rolletjes naar de fotograaf en een paar dagen later haalde je, vol verwachting, de foto’s op. Die werden ingeplakt in een mooi fotoalbum of, om het gemakkelijk te maken, in insteekalbumpjes gestoken. Met de digitale fotografie is het heel anders. Het kost allemaal niets meer, zolang je ze niet laat afdrukken. Je komt met enorme hoeveelheden foto’s van vakantie terug. Deed je vroeger je uiterste best om elke foto perfect te maken – iedere foto kostte immers geld - , tegenwoordig kijk je niet meer zo nauw. Toch fotografeer ik nog steeds alsof ik een rolletje in mijn camera heb en probeer ik elke foto perfect te maken, wat overigens, net als vroeger, bij lange na niet altijd lukt.

Dit jaar heb ik rustig aan gedaan met ‘slechts’ 570 foto’s, 16 rolletjes naar oude begrippen! Maar welke komen in het vakantiealbum. Het is moeilijk om keuzes te maken. Ik selecteer en selecteer. Het is echter geen vervelende bezigheid want het is heel leuk om ze nog eens terug te zien.

Ik scroll door de foto’s en stuit op het paradijsje Apremont. Even gaan mijn gedachten weer terug…..

 

Het is de eerste week van augustus. We komen aan in een groene oase die je hier, in de Berry, hartje Frankrijk, niet verwacht. In het omringende landschap zie je al sporen van een droge zomer. Het is een uitzonderlijke plaats, een visioen van schoonheid en rust uit ver vervlogen tijden. Het dorpje ligt aan een riviertje, de Allier, dat verderop uitmondt in de Loire. Een heus kasteel torent hoog boven alles uit, met aan zijn voeten een opeenvolging van bekoorlijke middeleeuwse huisjes, waarvan er niet twee hetzelfde zijn. Ze lijken te zijn ontsnapt uit het Engelse platteland. Ieder huisje heeft een tuintje vol met fleurige bloemen, omzoomd met een strak geschoren haag, vaak nog extra versierd met kunstig gesnoeid topiary.  Overvloedig bloeiende clematissen en geurende rozen omzomen ramen en deuren en verbergen grote stukken van de knusse geveltjes. Wandelaars kuieren voorbij en genieten van dit sprookje. Een kat ligt onverstoorbaar op het gras en lijkt op zijn beurt te genieten van de zon en van alle aandacht, van iedere aai die hij krijgt. Alles ademt een sfeer van lang geleden.

 

Maar het mooiste is het Parc Floral, een geweldige tuin, die nu, begin augustus nog prachtig in bloei staat. Het toegangshek staat open en we komen op een groot grasveld dat wordt gedomineerd door een eeuwenoude linde. Eens was dit het marktplein van het dorpje, waar honderd jaar geleden nog vee werd verhandeld. Hier begint tevens de aangegeven wandelroute door het park. De prachtige witte border staat nog volop in bloei. Het wit en grijs steekt fraai af tegen het groen van een heg die gesnoeid is als een rij van piramides. Tussen deze zuiltjes door krijg je een wisselende kijk op het kasteel dat iets verderop ligt. Het voetpad loopt onder een pergola door die overgroeid is met blauwe regen langs een aantal cottage gardens die de knusse huisjes voor een groot deel aan het oog onttrekken. De verassingen blijven komen.

 

De tuinen zijn nog relatief jong. Gilles de Brissac, jongste telg van de familie die het kasteel sinds 1772 bewoont, voltooide het werk waar zijn grootvader mee begon. Dat was geen gemakkelijke klus. Apremont heeft te maken met een landklimaat, dus strenge winters en vaak kokend hete, droge zomers. Heel wat planten leidden in het begin dan ook een armetierig bestaan of ze overleefden helemaal niet. Maar dankzij een ongekend uithoudingsvermogen lukte het uiteindelijk om dit project van de grond te krijgen. In 1977 opent men de poorten voor het publiek.

In de jaren die volgen wordt een oude traditie nieuw leven ingeblazen: de follies, bouwsels zonder echt doel maar meer om te verrassen. In 1985 wordt de Chinese brug gebouwd naar een idee van de Russische architect Alexander Serebriakoff. Negen jaar later wordt dit gevolgd door het Turkse paviljoen. Dit neemt ons mee naar de oevers van de Bosporus ten tijde van het Ottomaanse rijk. Als laatste verschijnt in 1997 het Belvedère. De tegelpanelen aan de binnenkant beschrijven een reis om de wereld. Van hier heeft men een prachtig uitzicht over de Allier, die door het mooie landschap kringelt.

 

Al scrollend en selecterend is ondertussen het album gevuld, en besteld. 166 foto’s zijn overgebleven. De mooiste komen er paginagroot in en weer andere op het klassieke formaat, 10 bij 15 cm. En natuurlijk wat aangepaste tussenmaten. Het Parc Floral is ruim vertegenwoordigd en dat is meer dan terecht. Het is alleen nog een weekje wachten voor de echte papieren foto’s, ‘ingeplakt’ en wel, in de brievenbus vallen.

 

     

1.                                                          2.                                                           3.

 

     

4.                                                          5.                                                         6.

 

     

7.                                                         8.                                                          9.

 

     

10.                                                      11.                                                       12.

 

1. Een heus kasteel torent boven alles uit.

2. Honderd jaar geleden werd hier nog vee verhandeld.

3. Het wit en grijs steekt fraai af……

4, 5 en 6. Het voetpad loopt langs een aantal cottage gardens

7. De Chinese brug

8. Het Turkse paviljoen

9. Het belvedère

10. De knusse huisjes worden voor een groot deel aan het oog onttrokken.

11. Water speelt een belangrijke rol in het Parc Floral

12. De border verzacht de ernst van het kruis.

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE