12 juli 2009 

12 juli 2009

De leeftijd van een boom

 

‘Hoe oud is die boom nu?’. Dit vroeg me pas iemand toen ik de geweldige gestalte van de plataan bekeek. De plataan van Terworm. ‘Moeilijk te zeggen. Hij is helemaal hol en alleen het buitenste gedeelte staat nog.Normaal kun je leeftijd bepalen door een boring, tellen van de jaarringen maar dat is bij deze boom niet meer mogelijk. Hij wordt geschat op ruim 250 jaar. De reden waarom hij daar geplant werd is niet helemaal duidelijk. De een zegt ter gelegenheid van de geboorte van een erfopvolger van Terworm terwijl de ander beweert dat deze werd geplant ter gelegenheid van het samenvoegen van de drie adellijke huizen Terworm, Den Driesch en Eyckholt. Of werd hij juist geplant als markante perceelgrens tussen landerijen van deze huizen?. Platanen groeien sowieso ontzettend hard en met zo’n omtrek oogt hij nog veel ouder.

Veel bomen worden veel ouder geschat dan ze in werkelijkheid zijn. In menig dorp staat wel een duizendjarige eik of linde maar deze leeftijd moet altijd met een korreltje zout genomen worden.

 

Afgelopen winter vielen de silhouetten van de twee rode beuken extra op. Ze staan voor Huize de Berg, het voormalige sanatorium, aan de Gasthuisstraat in Heerlen. Op dit moment staan ze prachtig in blad; bijna zwart tekenen ze zich tegen een blauwe hemel af. Ook zijn hier in de loop der jaren maar weinig takken onvrijwillig ‘geamputeerd’. Ze staan nagenoeg helemaal vrij en hebben zich als mooie solitairbomen ontwikkeld. Ik wil ze van wat korter bij bekijken en loop het steile kronkelweggetje omhoog. Van dichtbij zie je pas goed hoe enorm de stammen zijn. Ik heb geen meetlint bij me maar ik schat dat je ze met twee man net kunt omhelzen wat een omtrek van ruim drie meter betekent. ‘Hoe oud schat je deze bomen nu’ hoor ik in gedachte opnieuw. Je zou inderdaad geneigd zijn ze als krasse knarren te classificeren maar erg veel ouder dan ruim honderd jaar zullen ze waarschijnlijk niet zijn. De eerste steen voor het sanatorium werd gelegd op 18 oktober 1897 en een jaar later werd het in gebruik genomen. Deze beuken zullen waarschijnlijk rond die tijd geplant zijn. Ruin honderd jaar dus. Maar, zij hebben in deze eeuw, vanaf hun berg,  Heerlen zien veranderen van dorp tot wereldstad.

 

Er is een verband tussen leeftijd en diktegroei. De ene boom groeit meer per jaar dan de andere. Toplopers zijn toch wel de mammoetboom en de wilg. Deze kunnen tussen de 4 en 10 cm per jaar in dikte (stamomtrek) toenemen. De robinia en de beuk dikken zo’n 3 cm per jaar en de peer 2 cm. Een van de langzaamste groeiers is toch wel de olijf. Slechts één cm per jaar! Je kunt je dus wel indenken hoe oud zo’n markant exemplaar aan de Middellandse Zee wel zal zijn. Knotten en snoeien heeft ook altijd een remmende werking op de stamomvang. Een andere factor die van invloed is op de dikte is of de boom zich vrij kan ontwikkelen. Staat hij solitair dan zal de dikte zich sneller ontwikkelen. Hij moet immers bestand zijn tegen allerhande weersinvloeden, met name wind. Staat hij met een hoop soortgenootjes in het bos dan gaat het erom zo snel mogelijk omhoog te groeien en zo met zijn zonnecollectoren boven de andere uit te komen. In een gemengd bos wint de beuk altijd! De diktegroei is dan ook aanzienlijk minder. Wordt zo’n bos gedund en hij hoort bij de lucky few, dan zal hij alsnog een inhaalslag leveren. En met een beetje geluk lukt hem dat voor een flinke storm hem omduwt.

 

Met al deze factoren die van invloed zijn op de diktegroei blijft de leeftijd van veel oude bomen een raadsel. Maar ook aan elke boom komt een einde. Vaak kan het raadsel dan pas definitief worden opgelost door het tellen van de jaarringen.

 

     

 

1. Het sanatorium tussen 1911 (bouw vleugel evenwijdig aan de gasthuisstraat) en 1919 (bouw kapel). Boom uiterst rechts op de foto is waarschijnlijk een van de beuken. (foto: internet)

2. Situatie nu. Enkele tientallen jaren geleden is een groot deel van de begroeiing gerooid waardoor het voormalige sanatorium weer beter te zien is. De beuken en twee wellicht even oude sparren komen hierdoor veel beter tot hun recht.

3. Van dichtbij zie je pas goed hoe enorm de stammen zijn.

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE