13 juli 2014

13 juli 2014


In den beginne….

In den beginne was er niets. Ik herinner me nog de eerste keer dat we ons huis bezichtigden. Dat moet in mei 1980 geweest zijn. Uiteraard liep ik ook even de tuin in, tot achterin. Een kaal, vers omgeploegd stuk grond. Toen ik op de achtergrens stond, het tegelpad achter de tuin want een erfafscheiding was er niet, dacht ik, dat valt best wel mee, die tuin. Alleen paaltjes met één enkele dikke draad gaven de scheiding met de buren aan. Voor een nieuwbouwwoning was de tuin met een diepte van zo’n twaalf meter, breed zeseneenhalf, best groot. In een regenachtige week in juni zijn we verhuisd. In de maanden die daarop volgden werden als eerste het terras vergroot en de rest van de gewenste verharding aangelegd. In het najaar werd een haagbeukhaag om het hele perceel geplant met ‘hulp’ van Max, de cocker, die de sleuf hier en daar al dicht maakte voor de planten erin stonden. Verder werden er nog verschillende bomen geplant want, zeg nou zelf, wat is een tuin zonder boom. Enkele van deze bomen, waaronder de plataan rechts achter in de hoek, de prieelberk, een van de twee lindes aan de voorkant, en de taxus in de achtertuin staan nog steeds op dezelfde plek. In die tijd waren bielzen nog zeer in trek dus op een gegeven moment werden er zo’n twintig bielzen op de stoep voor het huis gedropt waarmee enkele bakken en een zitkuil, ook heel erg in toen, gecreëerd. Deze opzet beviel goed en is ook lang zo gebleven.
 
Toen de keuken naar de berging werd verplaatst moest er een ‘berging’ in de tuin gemaakt worden. Ik kocht hout uit allerhande aanbiedingen van bouwmarkten en voor nog geen vijfhonderd gulden voltooide ik in oktober 1989 een leuk tuinhuisje. Eigen ontwerp, precies op maat gemaakt, zeven bij acht stoeptegels. In het begin hebben Tess en Laurie er in vakanties en weekends vaker in geslapen. Spannend! Maar langzaamaan kwam er steeds meer in te staan waardoor je op een gegeven moment nog moeite had om je fiets er uit te halen, laat staan iets te vinden wat ergens tussen al die spullen liggen moest. Eigenlijk doodzonde natuurlijk. Hoog tijd om daar iets aan te doen.

Naast het huis ligt een strook grond waarmee eigenlijk niets gedaan werd. Slechts 80 cm breed en het enige dat er stond was de heg die ik er in 1980 plantte. Een mooie plek voor een stalletje. Een stuk van de heg werd weg gehaald en maakte plaats voor een lang schuurtje met twee deuren waar alles dat we wilden bewaren in kwam te staan, inclusief de fietsen. Alles wat je twee jaar niet in handen hebt gehad moet je wegdoen, zei me ooit iemand. Zo gezegd, zo gedaan. Een groot deel ging naar het milieupark en naar de kringloopwinkel. Nu het stalletje in de tuin leeg was kon ‘operatie prieel’ beginnen. Na de aanleg van een vijver en het plaatsen van een hoekpaal en enkele balken om het dak te ondersteunen werden de voorkant en het grootste deel van een zijkant eruit gezaagd. Het pad dat naar het stalletje liep werd omgeleid. Als laatste werd er nog een hardhouten vloer in gelegd en uiteraard een bruggetje.

Dit hadden we jaren eerder moeten doen. Vanuit het prieel heb je zo een totaal andere kijk op de tuin. Het rijke leven in en om de vijver blijft boeien. Het is echt genieten ‘aan de waterkant’. Niet alleen bij mooi weer met een keur aan libellen en waterjuffers maar zelfs de concentrische cirkels in de vijver tijdens een gigantische onweersbui zijn geweldig om naar te kijken. Alleen is het dan uitkijken voor de kikkers die je van alle kanten belagen.
Alleen had het prieel iets groter gekund. En daar hebben we de afgelopen maanden iets aan gedaan. Nou ja, iets, dat is wel heel voorzichtig uitgedrukt. Het vijfentwintig jaar oude tuinhuisje is na acht jaar dienst te hebben gedaan als prieel, helemaal afgebroken. Daarna is het stuk heg op die plek volledig weggehaald en is er een nieuw prieel, grotendeels van gebruikt steigerhout, opgebouwd, maar nu helemaal op de erfgrens. En dat scheelt aanzienlijk. Aan de voorkant zat ik met de vijver en kon ik niet uitbreiden. Afgelopen week heb ik, met het maken van vaste banken, de laatste hand hieraan gelegd. Een dingetje moet nog. Een gietijzeren potkacheltje dat ik een half jaar geleden kocht moet nog worden aangesloten. Daarvoor wil ik eerst even bij de vakman navragen hoe dit het beste kan. Een groot deel van het oude tuinhuisje ligt in ieder geval al te wachten om te worden opgestookt. Een heerlijk vooruitzicht om hier, gezellig met vrienden en familie, onder het genot van een hapje en een drankje, te genieten van warme zomeravonden. En als het wat minder warm is dan zorgt het kacheltje wel voor wat extra warmte.

In den beginne was er niets. Maar door de jaren heen is onze tuin mee en mee veranderd in een ware hof van Eden. Weliswaar klein, maar heel fijn. En met dit nieuwe prieel genieten we elke dag nóg meer van ons kleine paradijs.

Een bovenaanblik van toen (1981) en nu (2012)
 
   
 
Ik begin elke column met een foto van een blik in de tuin. Als ik die in 1981 zou hebben gemaakt, vanaf hetzelfde standpunt als tegenwoordig, zou die er zoals hieronder hebben uitgezien. Met de plataan rechts achter in de tuin en de taxus in het midden, naast de bielzen bak.

Het oude prieel maakte plaats voor het nieuwe.
   

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE