15 november 2009

15 november 2009

Vreedzaam rood.

Klaprozen. De zomer is voorbij en je ziet ze niet meer. De fragiele perkamenten bloemen verdragen geen storm, stortregens en kou. Het zijn zonaanbidders. Wie kent niet de tientallen rode vlekjes in een korenveld. Of in combinatie met blauwe korenbloemen, vreedzaam langs de kant van de weg.

Ik kijk naar een bos klaprozen. In olieverf. Jaren geleden ging er geen rommelmarkt voorbij of we liepen er overheen op zoek naar iets ‘nieuws’. Niet dat we uitgekeken waren op onze oude ‘rommel’ maar, je wist maar nooit. Bij een antiekhal in Maaseik zag ik tussen een gigantisch aanbod van de meest uiteenlopende antiquiteiten een vaasje met klaprozen, een schilderij van een onbekende schilder. Het stond zó tussen de andere koopwaar opgesteld dat het wel een échte vaas met een bos bloemen leek. Het sprak me aan, de prijs viel mee, het ging mee.

 

Het was Maaseik revisited. Zo’n tien jaar eerder reed ik samen met Gerrit, een collega, tweemaal per week naar het Koninklijk Atheneum aldaar, waar we een cursus Frans volgden. Daarvoor was het ruim 25 jaar geleden dat ik slaagde voor het eindexamen en mijn Frans had zich inmiddels dermate diep in mijn onderbewustzijn terug getrokken dat het Gerrit niet veel moeite kostte me over te halen voor deze ‘opfriscursus’. Voor mij leerzaam en leuk, leuk en leerzaam wat Gerrit betrof.

Op 11 november was er geen Franse les. Alle Belgen hadden vrij. Ook de winkels waren gesloten. Bij ons begint dan het carnavalsseizoen, maar dat was niet de reden van hun vrije dag. Het was de ‘armistice’, de wapenstilstand van de Groote Oorlog, in 1918. Op 11 november van dat jaar kwam een einde aan een van de bloedigste en afschuwelijkste oorlogen van de vorige eeuw. Doordat Nederland neutraal bleef, leeft deze oorlog niet echt bij ons. Voor enkele meters terreinwinst werden vaak honderden mensenlevens opgeofferd. Akkers kleurden rood. Totaal aantal doden aan beide zijden, militairen en burgers, wordt geschat tussen de 15 en 17 miljoen! Dit zijn er zo’n 10.000 per dag, 425 per uur, 7 per minuut! Gemiddeld, dag en nacht door. Op de elfde november sta ik hier altijd even bij stil.

 

Ik werp weer een blik op het schilderij, op de klaprozen, de bloem van de ‘verstoorde’ grond. Het zijn geen gewone klaprozen (Papaver rhoeas) maar de oosterse klaproos (Papaver oriëntale). Een stuk groter dan onze ‘eigen’ inheemse klaproos. De inheemse klaproos houdt van brandende zon. Het is een echte pioniersplant, de eerste planten op een pas ontstaan terrein. Hij komt vooral voor op droge, zanderige grond, en dan met name op ‘geroerde’ grond, bijvoorbeeld grond die omgeploegd is. Vandaar dat hij vaak op akkers voorkomt. De zaden van de papaver behouden onder de grond heel lang hun kiemkracht en ontkiemen vaak nog na tientallen jaren, als ze weer aan de oppervlakte komen.

 

In totaal werden er tijdens de eerste wereldoorlog zo’n 750 miljoen granaten afgeschoten en dat zijn er heel veel per vierkante meter. Als er ergens sprake was van ‘geroerde’ grond, dan was het daar wel. Geroerd is voorzichtig uitgedrukt, een eufemisme. De grond is vier jaar lang meters diep omgeploegd, elke dag opnieuw. Er stond helemaal niets meer, zelfs geen sprietje gras. In het voorjaar van 1919 was het stil op de slagvelden in Vlaanderen en noord Frankrijk. Geen kanonschoten, geen granaatvuur. Toch kleurden de velden er opnieuw rood. Nu evenwel niet door nodeloos verspild bloed maar door het rood van eindeloze velden klaprozen. Dit keer was het vreedzaam rood.


       

 

1. Gewone klaproos, de bloem van de verstoorde aarde.

2 en 3. Papavers zijn er buiten rood in allerhande kleuren en uitvoeringen.

  

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE