17 mei 2009

17 mei 2009

Ik wilde hem gewoon even zien

Ik heb anderhalf uur de tijd als ik uit de trein stap op Utrecht Centraal. Om een uur heb ik een training in een van de Jaarbeurshallen. Thuis van tevoren opgezocht waar ik het Utrechts Universiteitsmuseum vinden kan. Niet voor dit museum, maar wel voor de eeuwenoude Oude Hortus, die achter dit gebouw, waar vroeger het Botanisch Laboratorium gevestigd was, ligt. De zon die ’s morgens in Heerlen nog niet scheen maakt het hier aangenaam warm. Een wandeling door het oude centrum van Utrecht is altijd top. Zijn oude panden, zijn grachten, de prachtige ongesnoeide kandelaarvormige kastanjes zijn iedere keer weer een lust voor het oog. Dit alles heeft iets knus en gezelligs. Een half uurtje later sta ik voor het museum aan de Lange Nieuwstraat. In de tuin achterom is het rustig. Een enkele wandelaar, een artistiek vrouwtje leest een dik boek op een bankje in de zon en een paar oude dametjes bewonderen een Aesculus parviflora, een soort kastanjeboom.

 

De Oude Hortus was van 1723 tot 1920 de botanische tuin van de Universiteit van Utrecht. De geschiedenis van de Hortus gaat terug tot 1639, drie jaar na de oprichting van de universiteit. Op 11 maart van dat jaar besluit het stadsbestuur "dat men het bolwerk Sonnenborgh sal doen approprieren ende beplanten met cruijden nodich tottet oeffenen van de studenten in de medicijnen" (dat men een terrein op het bolwerk Sonnenborgh zal aankopen om dit in te richten als kruidentuin. Daar kunnen de medicijnenstudenten les krijgen). De tuin heet in die tijd ‘hortus medicus.’ In 1723 blijkt deze locatie te klein en verhuist hij naar de ‘huidige’ locatie, de plaats waar ik nu rondloop. In 1920 wordt de botanische tuin – en de plantencollectie - van de universiteit verplaatst naar het Cantonspark in Baarn. Toch vinden er tot 1935 nog steeds uitbreidingen plaats. In 1991 dreigt het doek te vallen voor deze tuin maar er wordt door diverse instanties actie gevoerd. En met succes! Als in 1996 het Utrechts Universiteitsmuseum wordt gevestigd in het voormalige Botanisch Laboratorium is de toekomst van de Oude Hortus veilig gesteld.

 

Men kan hier een goed beeld krijgen van de ontwikkeling van de tuin gedurende de laatste 350 jaar. Een groot deel is aangelegd in landschapsstijl. Centraal hierin ligt een grote vijver waar het al gonst van leven. In een ander deel zijn diverse planten keurig gerangschikt in met buxus omzoomde plantvakken. Bij veel planten staan, buiten de naam, ook nog allerhande wetenswaardigheden vermeld. Aan een kant van de tuin ligt een kassencomplex dat er nu misschien een beetje ouderwets uitziet. Het is ruim honderd jaar oud maar was destijds heel modern. In elk kasgedeelte was het mogelijk een ander klimaat te creëren. Er staan ook nu nog allerhande planten in maar is niet open. En dan, plotseling doemt hij op. Een gigantische Ginkgo biloba, Japanse notenboom. Je kunt het je bijna niet voorstellen maar deze boom werd hier zeven jaar na de ingebruikname van de hortus, in 1730 geplant! Deze Ginkgo is niet alleen de oudste van Nederland, maar zelfs van heel Europa! Een ginkgo is tweehuizig (er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen) en op deze mannelijke boom werd ooit een vrouwelijke tak geënt. Hier was nu niets van te zien maar in het najaar verkleuren deze twee delen ongelijk en verliezen ook op verschillende tijden hun blad. Lijkt me heel wonderbaarlijk. Voldaan na het zien van deze bijna 280 jaar oude reus rond ik mijn wandeling in de Hortus af. Doel bereikt. Ik wilde hem gewoon even zien.

 

         

1.                                                   2.                                                   3.                                                 4.

1. Een groot deel is aangelegd in landschapsstijl. Rechts de oude kassen.

2. In een ander deel zijn diverse planten keurig gerangschikt in met buxus omzoomde plantvakken.

3. En dan, plotseling doemt hij op

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE