18 juli 2010 

18 juli 2010

Van Pikker tot Co

 

Het is nog vroeg. De temperatuur is al hoog. Toch zingt de merel al weer het hoogste lied. Vanaf de spits van het dak heeft hij een prachtig uitzicht en houdt nauwlettend alles in de gaten.. Gierzwaluwen gieren laag om het huis. Duidt dit op naderende regen? Alles blijft rustig tot het ‘tsjaka – tsjaka – tsjaka’ van een ekster, die hoog in een atlasceder is neergestreken, de andere vogels in hoogste staat van paraatheid brengt. De langstaart fladdert naar een andere boom waarna de merel in de aanval gaat. Onder luid gekrakeel blijft hij om hem heen vliegen en gaat zelfs in de aanval. Moeder merel zal wel, diep weg gedoken op haar nest, klaar zitten om een eventuele aanval proberen af te slaan. Een jong vogeltje of een eitje als ontbijtje, dat is waar de ekster naar op zoek is. Ook een duif voelt zich bedreigd en lijkt de merel te hulp te schieten. Gezamenlijk lukt het de aanvaller te verjagen.

 

De ekster, ofwel Pica pica zoals hij op zijn zondags heet, komt in heel Europa en ver daarbuiten voor. Volgens een sage had de ekster eerst een prachtig verenkleed, maar toen de vogel met de gekruisigde Jezus spotte, werd hij vervloekt en kregen zijn veren de kleuren van de rouw.

Zijn voorkeur gaat uit naar open cultuurlandschappen met bomen en hagen maar sinds enkele decennia vind je hem ook midden in de stad. Ze bouwen hun nest hoog in een boom. Het nest is van boven overdekt en heeft een geheime ingang. Ze leggen tussen de 5 en 8 eieren en broeden die in 2 ½ week uit. Ze broeden slecht één keer per jaar en de helft van de broedsels mislukt. Na 3 ½ week vliegen ze uit maar blijven in de buurt van hun ouders. Het jaar daarna bouwen ze hun nest meestal in de buurt van dat van pa en ma. Gezellig hè.

Een ekstersysteem zit complex in elkaar. Populaties bestaan uit twee soorten eksters: een kleine groep broedparen die het hele jaar door een territorium met nestgelegenheid bezetten en verdedigen en daarnaast een grote groep, territoriumloze, vrijgezelle vogels. Zo’n ‘jeugdbende’ telt soms wel 50 leden! Het zijn als het ware ‘reserve-eksters’. Mocht er een territoriumbezitter uitvaller dan wordt zijn plaats onmiddellijk ingenomen door een speler van de reservebank. 

 

Wat zit de natuur toch weer mooi in elkaar. Toch zijn er maar weinig vogelsoorten zo besproken als de ekster. Je hebt ekstervrienden en eksterhaters. Dat ze onschuldige andere vogeltjes ‘vermoorden’ en dat hun aantal schrikbarend snel toeneemt wordt telkens weer opnieuw onterecht aangevoerd om een klopjacht op hen te openen. Natuurlijk, als je het een keer ziet hoe een zangvogelnest wordt geplunderd en de onschuldige jonkies worden doodgepikt, dan ben je geneigd dit met menselijke maatstaven te beoordelen. En dat is natuurlijk niet juist. Ook dit is natuur. Eten en gegeten worden. Een eksternest is op zijn beurt weer niet veilig voor kraaien en roofvogels. Bovendien eten ze niet alleen eieren en jonge vogels. Hun voedsel bestaat voor 90% uit muizen, weekdieren en insecten, later in het jaar aangevuld met vruchten, granen en bessen. Ook hebben ze, net als kraaien, een ‘opruimfunctie’. De door ons doodgereden dieren – en dat zijn er nog al wat - , en de dode dieren op het veld, worden door hen opgeruimd.

 

Mijn zus Phil is zeer begaan met hun lot. Ze is al zo’n 25 jaar jaren gastouder van een of meer eksters en voor haar zijn het meer dan zomaar vogels. Het zijn niet weg te denken huisgenoten geworden.

  

Phil:    Vanaf dat er in mei 1986 een jonge ekster in mijn hand werd gedrukt door de toenmalige drummer van Werner's band, ben ik stilaan betoverd geraakt door deze wel heel bijzondere 'zwart-witters". Hoewel er door de jaren heen diverse kraaiachtigen korte of langere tijd bij ons verbleven, imponeert, intrigeert de ekster, kleinste en felste lid van de kraaienbende, mij het meest. Pikker en Keckie mocht ik vele jaren meemaken. Mevrouwtje bereikte ondanks dat ze epileptisch was op 1 maand na 20 jaar. 

Ze hebben elk hun specifiek eigenzinnig karakter. Zo was Keckie, destijds de "baas" over Buster de  kraai, prachtig om te zien. Andere eksters negeerde ze finaal!! Keckie kon fluiten als een bouwvakker!

 

De ekster voor mij: Een en al tomeloos bruisende energie. Speels-ondeugend met een fikse portie humor. Pienter, ondernemend, inventief, "akelig" nieuwsgierig. Zeer communicatief, groot gevoel voor wisselwerking met alle wezens in onze directe omgeving zowel binnen als buiten. Daarnaast is de ekster natuurlijk machtig mooi om te zien.

Het zijn sinds vele jaren inspirerende levensgezellen. Ik voel me dan ook een bevoorrecht mens dit te mogen ervaren.”

 

Als de volgende ekster in je tuin landt, bekijk hem eens goed. En, wat vind je, prachtige vogel, hè. Hoort er toch zeker ook bij.

  

Foto’s: Phil van der Linden

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE