18 mei 2014

18 mei 2014

Het is weer stil.

Het is weer stil. De zagen zwijgen. De afgelopen maanden is er weer flink gesloopt aan de Heerlense bomen. En dat alles onder de noemer ‘onderhoud’. Een gemeente heeft de plicht zijn bomenbestand ‘veilig’ te houden want voor elk ongeluk dat gebeurt kan zij aansprakelijk gesteld worden. Daarom gaat eens in de paar jaar, in het kader van boomveiligheid, de zaag erin. En dat dat lang niet altijd zachtzinnig gebeurt is zelfs voor de leek duidelijk.

Elke boom heeft een eigen vorm, een eigen karakteristiek silhouet. Op een afstand is hij herkenbaar, zelfs bladloos, in de winter. Als er aan een boom gesnoeid wordt moet ernaar gestreefd worden deze karakteristieke vorm te behouden. In Parijs zag ik bomen die heel minutieus gesnoeid waren. Elke tak was apart onder handen genomen; de oorspronkelijke vorm bleef zo behouden. Dit gebeurt daar met veel bomen. Ze worden gerespecteerd. Deze manier van snoeien is uiteraard uiterst arbeidsintensief. Er zijn uitzonderingen. Platanen worden wel vaak flink terug gezet, gekandelaberd, maar deze kunnen er goed tegen. Ze herstellen zich snel.

Bij een volwassen boom mag nooit teveel in één keer worden gesnoeid. De richtlijn is maximaal 20%. Wordt er meer gesnoeid dan reageert zo’n boom met de aanmaak van waterlot, lange rechte scheuten die kaarsrecht omhoog groeien. Een boom met een bepaalde grootte heeft een bepaald bladoppervlak nodig om goed te kunnen functioneren. Door flink te snoeien knijpen we, bij wijze van spreken, zijn keel dicht. Bij te rigoureuze snoei zal hij zijn uiterste best doen om dit bladoppervlak zo snel mogelijk terug te krijgen, weer goed te kunnen ‘ademen’.

De gemeente heeft uiteraard geen eigen personeel voor dit snoeiwerk. De klus wordt uitbesteed en gaat meestal naar degene die dit het goedkoopst doet en ook eigenlijk zelf al weet dat hij te laag zit. Toch wil dit bedrijf uiteraard hier iets aan verdienen. Stel dat de richtlijn is dat er 20% moet worden gesnoeid, dan zul je, als je de tijd hebt, dit gelijkmatig over de boom verdelen. Als je geen tijd hebt dan haal je hier gewoon een of twee dikke takken uit, het liefst aan een kant van de boom. Lekker snel en, 20% is 20%. Op naar de volgende! Dat je geen takken eraf mag zagen die dikker zijn dan 1/3 van de stam wordt voor het gemak maar even vergeten.

Een boom moet op de eerste plaats mooi zijn. Om dit te bereiken wordt een boom ‘begeleid’. In de jeugdfase wordt hij zo gesnoeid dat het eindresultaat bereikt kan worden: een mooie gezonde, goed gevormde boom. Deze begeleidingssnoei duurt tot de uiteindelijke vorm bereikt is. Daarna volgt de onderhoudssnoei. Eigenlijk zou er alleen aan gesnoeid moeten worden als er problemen zijn. Een dode of zieke tak, een dubbele top of een zuiger, een zijtak die concurreert met de top, dienen te worden verwijderd. Ook een takkenkrans met teveel takken moet tijdig onder handen worden genomen. En dat alles geeft uiteindelijk een fraai esthetisch resultaat. Maar low budget snoeiwerk geeft zelden een mooi eindbeeld.

Ik gruwel van de snoeikoorts die afgelopen winter veel bomen geen goed heeft gedaan. Laat bomen met rust. Dat een boom langs een weg met vrachtverkeer hoog opgesnoeid moet worden, akkoord, maar bomen op een kerkhof, een plek van rust en contemplatie verliezen hun schoonheid en charme als de lange, breed uithangende statige takken van bomen, die nota bene midden in grote gazons staan, worden verwijderd. En welk risico, zeg nou zelf, loop je op een kerkhof?

Er wordt gesnoeid in het kader van boomveiligheid. Een gemeente dekt zich in. Hier heb ik ook geen moeite mee. Het is alleen jammer dat dit zo goedkoop mogelijk gebeurt. Dit geeft zelden een mooi werk; eenzijdig gesnoeid, vaak veel te dikke zijtakken verwijderd, onnatuurlijk hoog opgezaagd, jammer. En honderd procent veiligheid kan dan nog niet worden gegarandeerd, maar de gemeente heeft zijn plicht gedaan. Uiteindelijk is de enige veilige boom een omgezaagde boom.

Hieronder enkele staaltjes van snoeikunst die ik alleen al binnen een straal van zo’n vijfhonderd meter van mijn voordeur zag.

         

Het meest frappante van deskundigheid vond ik wel het snoeien van een Japanse kers. Voor mijn oude lagere school op de Voskuilenweg stonden destijds drie Japanse kersen. Een van de bomen is lang geleden al gekapt. Bij een van de overblijvers ontwikkelde zich vanuit de onderstam een scheut die meer en meer uitgroeide tot een flinke tak, een nieuwe top. Deze had uiteraard lang geleden verwijderd moeten worden. Inmiddels was hij groter dan de ent zelf. Dit was het duidelijkst herkenbaar in het voorjaar: hij bloeide in twee kleuren, roze en wit. Ondanks het feit dat steenvruchten niet bladloos gesnoeid mogen worden is dit afgelopen winter toch gebeurd. Maar niet de ‘valse scheut’, maar de ent is eruit gezaagd!

   

   

Afgelopen week stond er een artikel in het Limburgs Dagblad over ‘snoeiactiviteiten’ bij de ruïne van kasteel Schaesberg. Dit gebeurde midden in het broedseizoen. Bij het zien van die foto lijkt er wel een veldslag te hebben plaats gevonden, lijkt het wel 1914-1918.(Foto links LD en rechts Albert Kahn)

   

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE