19 december 2010

19 december 2010

Aardappeleters

De aardappels zijn bijna geschild. De sneeuw komt met bakken tegelijk naar beneden. Door dit winterweer krijg je vanzelf zin in een heerlijke stamppot. Hutspot, spruitjesstamppot of misschien toch maar boerenkool. De radio staat zacht maar ik hoor het toch. Aardappeleters. Gerard van Maasakkers zingt over zijn jeugd in het Brabantse Nuenen. Dagelijks ging hij de Berg op en neer, van thuis naar school, naar de kerk, naar de friettent. Groter was zijn wereld destijds niet. Hij zong over zíjn mensen. Wat hij toen nog niet wist was dat Vincent van Gogh in zijn dorp gewoond had en zíjn mensen had geschilderd. Oerlelijke koppen rondom het middagmaal. ’Die van m'n mensen rond de toffel. Bij de olielamp. Links zit Sien de Groot, ze kijkt naor Cis van Rooij. Ze zijn zo lelijk en da maakt ze net zo mooi. Mee de vork in de hand, eten uit de pan. Die van De Groot en die van Van Rooij: Aardappeleters’.

 

Een apart schilderij, die ‘Aardappeleters’. Met zijn allen aten ze uit een schaal, aardappels. Eenvoudige mensen en ongecompliceerd. Ook hun maaltijd was eenvoudig, maar wel heel voedzaam want, al zou je het zo niet denken misschien, in een aardappel zit meer dan je denkt. Hij bevat veel vezels, vitamine B en ijzer. Ook bevat 200 gram aardappels 40% van onze dagelijkse behoefte aan vitamine C. Dikmakers zijn het ook niet. Rijst en pasta bevatten veel meer calorieën. Nederland is een aardappelland. Per inwoner eten we ongeveer 90 kilo aardappels per jaar, dus het plaatje van van Gogh was toen al actueel.

 

De aardappel behoort, net zoals de tomaat, tabak en de paprika tot de nachtschadefamilie en komt van oorsprong uit Peru. Al voor onze jaartelling werden ze daar geteeld. Ook de Inca’s waren echte aardappeleters. Via de Spaanse ontdekkingsreizigers kwamen ze in de zestiende eeuw in de Lage Landen terecht. Clusius plantte in 1588 in Mechelen voor het eerst aardappels en Petrus Hondius deed hetzelfde enkele tientallen jaren later in Nederland. Sindsdien is de aardappel ons ‘hoofdvoedsel’ hoewel er tegenwoordig steeds meer ‘allochtoon’ wordt gegeten.

 

De bekendste Nederlandse aardappel is natuurlijk het bintje. Tijdens biologielessen experimenteerde de Friese schoolmeester De Vries met het ‘verbeteren’ van de aardappel en elke nieuwe aardappel kreeg de naam van een van de kinderen uit zijn klas. In 1905 gaf hij zijn topstuk de naam Bintje, naar Bintje Jansma, het liefste meisje en wellicht het ‘topstuk’ van de klas. Deze aardappel bleek veel goede eigenschappen en een hoge opbrengst te hebben. Toch heeft het Bintje een schaduwzijde: hij is zéér gevoelig voor de aardappelziekte en wratziekte. Er zijn heel veel bestrijdingsmiddelen nodig om hem ‘gezond’ te houden. Grootwinkelbedrijven hebben daarom, onder druk van milieuorganisaties, de verkoop gestaakt. Bij het ontwikkelen van nieuwe rassen is de ziekteresistentie een van de belangrijkste punten. Er zijn al rassen die nauwelijks bespoten hoeven te worden.

 

De aardappel heeft ook voor veel ellende gezorgd. Net zoals in Nederland was ook in het arme Ierland de aardappel sinds 1800 het hoofdvoedsel. De aardappel groeit op bijna elke grondsoort en is zeer voedselrijk. Ierse boeren pachtten hun land en woning van Engelse grootgrondbezitters. Het belangrijkste wat verbouwd werd waren aardappels. De pacht was hoog en ook bij goede oogsten kon menig boer maar net de touwtjes aan elkaar knopen. Zo’n monocultuur vraagt natuurlijk om problemen. Ook van wisselteelt – een jaar aardappels, drie jaar iets anders – had men nog nooit gehoord. De oogst was al eens eerder mislukt maar tussen 1845 en 1849 gebeurde dat vijf keer op rij. De aardappelziekte minimaliseerde de opbrengst en zorgde voor enorme hongersnood. De ‘great famine’, zoals deze periode genoemd wordt, is een van de zwartste bladzijdes uit de Ierse geschiedenis. Meer dan een miljoen Ieren stierf de hongerdood. Ze hadden niet alleen niets te eten maar ze konden ook hun pacht niet meer betalen en werden van hun land verjaagd, hun huis platgebrand. Noodgedwongen emigreerden velen naar Amerika, Australië en Nieuw Zeeland. Pas in 1850 herstelde de aardappelteelt zich maar tegen die tijd was de Ierse bevolking gehalveerd.

 

Wist je dat:

-         Er in Nederland zo’n 250 aardappelrassen bekend zijn waarvan er 90 voor consumptie geteeld worden.

-         Dat, buiten de knol zelf, de hele plant zeer giftig is.

-         Dat er alleen in de Verenigde Staten nog meer aardappels verwerkt worden.

-         Dat naar het kookgedrag aardappels worden verdeeld in vastkokend, vrij vastkokend, kruimig en zeer kruimig.

-         De herfstvakantie een gevolg is van de aardappel. Vroeger werden aardappels met de hand gerooid. Het hele gezin deed mee. Kinderen werden vaak van school gehouden om te helpen bij de oogst. Daarom werd op een gegeven moment een ‘aardappelvakantie’ ingevoerd die later de naam herfstvakantie kreeg.

 

Nee, vandaag geen macaroni, nasi, sushi of ander buitenlands lekkers. De aardappels zijn geschild. Ik ben nog lang niet ‘aardappelmoe’. Tess, jammer dat je er niet bent want het wordt jouw lievelingskostje, andijviestamppot, mét braadworst. Heerlijk! Ik blijf aardappeleter.

 

 

Van Gogh kwam veel bij de familie de Groot. Van Sien de Groot, 2de van links, wordt verteld dat ze een kind van hem kreeg. Ze had op dat moment geen vriend, geen verkering. Hoewel Vincent dit ontkende is het door haar nooit bevestigd maar ook nooit tegengesproken. Later trouwde ze met haar neef, hetgeen gebruikelijk was in die tijd.

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE