19 maart 2017

19 maart 2017

Reden genoeg om even bij stil te staan.

Wanneer er eens een prijs moest toegekend worden aan 't liefste voorjaarsbloempje, dat in 't wild groeit, ik geloof zeker, dat het viooltje er mee zou gaan strijken.
Al heeft de wandelaar, groot of klein, rijk of arm, nog zoo weinig gevoel voor natuurschoon en haast geen oog voor de nederige plantjes, die voor zijn voeten wassen, als hij 't eigenaardige, paarsblauwe bloempje ziet, zal hij niet nalaten het te plukken en in 't knoopsgat te steken; of tenminste het te begroeten met een: “Kijk een viooltje; wat een aardig bloempje!"

 — Heimans 1897


Onopvallend, maar hij is er weer. Het is maar een klein detail. Half verscholen onder de heg aan de voorkant tegen de lantaarnpaal, onopvallend, bloeit hij weer, lekker in de zon. De warme lenteprikkels waren genoeg om het uit zijn slaap te halen. De viola odorata, letterlijk vertaald, het geurend viooltje. Wij kennen hem als het Maarts Viooltje. Je moet even op je knieën dan begrijp je zijn Latijnse naam, dan ruik je pas hoe heerlijk hij geurt. Ze zijn aantrekkelijk voor de eerste bijen die, net uit hun winterslaap ontwaakt, op zoek gaan naar de eerste nectar.

We vinden het maarts viooltje in heel Europa, met uitzondering van het noordelijkste deel. In Nederland is het onder andere vrij algemeen in Zuid-Limburg.
Het is een overblijvend plantje met hartvormig, gekarteld, mooi fris groen blad. Het vormt ondergrondse wortelstokken en is daarom heel geschikt als bodembedekker. Het wordt tussen de tien en vijftien centimeter hoog en staat het liefst in de zon, halfschaduw mag ook. De grond moet goed doorlatend zijn. Het bloeit van begin maart tot eind mei met violetblauwe bloempjes. Het maarts viooltje is tweeslachtig hetgeen wil zeggen dat elke bloem zowel stamper als meeldraden bevat. De bloemen groeien in de bladoksels van de rozetbladeren. Ze zijn alleenstaand en staan op een steeltje. Ze zijn zo’n anderhalve centimeter groot. De bloemen hebben vijf kroonblaadjes. Het maarts viooltje is tweezaadlobbig, en kiemt dus met twee kiemblaadjes.
Ze hebben nog iets aparts dat niet zo vaak voorkomt. In de zomer heeft het maarts viooltje vaak cleistogame bloemen. Dit zijn bloemen die zich niet openen. Ze kunnen niet worden bestoven door insecten. Door zelfbevruchting worden er toch zaden gevormd. Je merkt niets anders dan dat het groeit en er een zaaddoos ontstaat. Er zijn slechts enkele andere planten waarbij dit verschijnsel wordt waargenomen zoals het bosviooltje. Het is een tactiek die vaker wordt aangetroffen bij pioniersplanten en hun grotere kansen geeft te overleven en zich voort te planten onder moeilijke omstandigheden.


Het maarts viooltje kan kruisen met het ruig viooltje. De bastaard draagt de naam Viola x scabra.



Het heeft in het verleden bij diverse culturen een belangrijke rol gespeeld:

De oude Germanen zagen in hun verbeelding, in het voorjaar, als de lauwe wind over de sneeuwvelden woei en de natuur ontdooide, Ostara de lentegodin, gehuld in voorjaarsnevels, over de aarde zweven. Waar haar voet de aarde aanraakte ontsproot een maarts viooltje. Wie het vond, plukte het en droeg het op zijn borst als talisman, die beschermde tegen allerhande onheil.

In de Middeleeuwen ontvingen de troubadours van de jonkvrouw die hem tot haar lievelingszanger had verkozen een gouden viooltje, als zinnebeeld en onderpand van trouw en van deugd.

Bij de oude Grieken genoot het bloempje veel aanzien bij rijk en arm. De beelden der huisgoden droegen diademen van viooltjes. De Athener zelf werd graag de ‘met viooltjes omkranste’ genoemd.

Bij de Romeinen stond dit viooltje, samen met de roos en de lelie in de top drie van meest geliefde bloemen. Ze werden gebruikt in kransen die door de vrouwen op het hoofd werden gedragen en in slingers die hun tuinen versierden.

In Zuid-Duitsland was een eeuw geleden de dag, waarop het eerste viooltje werd gevonden, een jubeldag voor het gehele dorp, een feestdag, waarin lekker eten en drinken belangrijk was. Iedereen kleedde zich op zijn zondags. In optocht werd het bloempje dat ze aan een stok hadden gebonden rondgedragen. De stok werd in de pas ontdooide grond gestoken en er werd gefeest ter ere van deze lentebode.

Maar wist je ook dat het maarts viooltje een sleutelrol speelde in de relatie van Napoleon en Joséphine de Beauharnais? Op de dag dat ze elkaar ontmoetten droeg ze geen diamanten, maar een krans van viooltjes in het haar en een ruiker van het ‘bloempje der bescheidenheid’ op de borst. Hij vroeg haar ten huwelijk. Een bosje viooltjes dat hij kort daarna ontving, bracht hem haar antwoord. Jaarlijks vond zij op hun huwelijksdag een bosje viooltjes op haar hoofdkussen.

Tegenwoordig vieren we geen feest meer als het eerste viooltje wordt gevonden, maken we geen diademen meer ervan of dragen we het niet meer bij ons als talisman. Toch blijft dit bescheiden bloempje een pareltje van onze inheemse flora en reden genoeg om er tóch even bij stil te staan.


 

VOORGAANDE                                                                                            VOLGENDE