1 maart 2009 

1 maart 2009

Kwartjesplant.

 

Zojuist viel weer een dik pak reclame in de brievenbus. Het lijkt tegenwoordig wel alsof het de winkelketens de grootste moeite kost hun producten te slijten. De ene aanbieding nog gunstiger dan de andere. Als je deze reclame moe bent en niet meer wilt dan brengt een sticker op je klep de oplossing. Erger is de ‘spam’ die via TV en radio over je heen gekiept wordt. Dag in, dag uit. En daar is, buiten het uitzetten van het apparaat, geen oplossing voor. Kun je die van je computer nog weren met een spamfilter, voor etherreclame bestaat zo’n filter nog niet. Helaas. Van Witte Reus, Bonte Reus tot en met huidverjongingsproducten met of zonder liposomen laten ze ons zien hoe goed we het in onze ‘welvaartstaat’ wel niet hebben. Is dit nu het eindresultaat van 3,5 miljard jaar evolutie? Maar dit even terzijde.

 

Ik haal het folietje van de folders af en mijn blik valt op een groene aanbieding. Bijna manshoge planten voor een ‘prikje’. Ook de groene wereld draait mee in de wereld die commercie heet. Ging een plant vroeger vaak nog jaren mee, tegenwoordig worden ze veel vaker vervangen. Men vindt dikwijls wel dat planten erbij horen maar verdiept zich niet of nauwelijks in de natuurlijke leefomstandigheden. De yucca die van nature in de kokende zon van Mexico staat moet het nu maar zien te doen in een donker hoekje omdat wij vinden dat hij daar decoratief staat. Het gevolg laat zich raden. Na een aantal maanden staat er weer een nieuwe.

 

De ‘kamerplant’, wat een vreemd woord eigenlijk. Geen enkele plant vindt de kamer dé ideale leefomgeving. Maar er zijn planten die hier redelijk tegen kunnen. De kamerplant is eigenlijk pas een goede honderdvijftig jaar oud.  De gemiddelde burger bezat alleen winterharde, dus inheemse planten. In de kamer ontbraken ze helemaal. In de negentiende eeuw kwamen de eerste planten de kamer binnen met onder andere de asparagus, kamerden en palm voorop. Ze stonden vaak op bloementafeltjes in donkere stoffige interieurs waar de zware fluwelen gordijnen nauwelijks een zonnestraaltje doorlieten. De pluche meubels mochten niet verschieten. Ze hadden een moeilijk bestaan. Niet alleen weinig licht en lucht maar ook heel grote temperatuurwisselingen maakten de overlevingskansen klein. Alleen de allersterksten overleefden. Een fenomeen dat toen ook nog veel voorkwam was om planten voor een speciale gelegenheid te huren. Een dag voor het feest bracht de plantverhuurder op zijn handkar enkele bloeiende planten en wat palmen langs. Een dag genoot de familie van de glorie van al deze planten die later alleen nog op de foto’s te zien was.

 

Ook de aspidistra was een van deze pioniers. In 1842 kwam hij met reizigers vanuit China. In Engeland populair omdat hij door de voddenboer cadeau werd gegeven in ruil voor een zak lompen. In Nederland werd hij bekend als slagerswinkelplant. Koelcellen bestonden nog niet en het vlees werd bewaard in een kast tussen ijsblokken. Her was in de winkel vaak niet warmer dan een graad of vijf.. De Aspidistra gedijde zelfs in die kou. Toch zien we hem tegenwoordig nog maar zelden, althans bij ons. In Toscane vorige zomer sierde hij heel wat terrassen, balkonnetjes en stond hij naast de ingang van verschillende hotels en restaurants. Daar is hij dus nog steeds populair.

 

Tegenwoordig is duurzaamheid de kreet. Ik kocht mijn exemplaar bijna 35 jaar geleden. Als dat geen duurzaamheid is! De laatste tien jaar staat hij ’s zomers buiten op een beschaduwd plekje. Hoewel hij zelfs matige vorst verdraagt gaat hij toch ’s winters naar binnen. Het is een mooie plant, een aanrader deze kwartjesplant zoals hij officieel in het Nederlands heet.

 

     

 

Links. De Aspidistra of kwartjesplant, zeker de moeite waard.

Rechts. Narcissus Rijnveld’s Early Sensation is ongetwijfeld de vroegst bloeiende narcis. Hij siert bij mij al enkele weken de voortuin maar in een zachte winter bloeit hij vaak al voor Kerstmis!

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE