1 mei 2011

1 mei 2011

William en Kate (en Pippa en Lizzy)

Wiske loopt heel voorzichtig richting kippenhok. Met haar neus bijna tegen de draad blijft ze bijna roerloos liggen. Hierin zaten toch kippen die roerloos, letterlijk versteend, bleven staan? Maar deze lopen op en neer. Bovendien heeft ze zulke wezens natuurlijk nog nooit eerder gezien. Dobbe vindt het ook maar vreemd. En dat is duidelijk te zien aan de haren op zijn rug die recht overeind staan en aan zijn staart die drie keer zo dik is als normaal. Oscar houdt het van een afstand in de gaten en hij vindt het echt helemaal niks. Ook nu is junior weer niet het toonbeeld van de dappere jagende kater die zijn kans afwacht om zijn slag te slaan. Hij zal zeker voorlopig uit de buurt blijven van deze vreemde bruine wezens.

Het staat er al maanden maar nu is het kippenhok bezet. Ik had vorwerkers besteld maar het is een ander ras geworden. Het porceleinkrieltje. Het is een bruin krieltje. Drie kippetjes en een haan. Een week of tien oud dus het is nog even afwachten hoe ze er uiteindelijk uit gaan zien. Ze voelen zich snel op hun gemak en beginnen meteen van het groen dat hier groeit te snoepen. De grond is stofdroog, een ideale gelegenheid voor een zandbad. Twee van de vier maken hier dan ook meteen gebruik van. Echt schuw zijn ze niet al zullen ze zeker nog even moeten wennen.

Kippen hebben we vroeger altijd gehad. Het ging hierbij natuurlijk niet voor de leuk – voor de leuk is een welvaartsfenomeen – maar voor de eieren natuurlijk. Als na een aantal jaren het leggen minder werd betekende dat ook hun naderende eindbestemming; in kippepastei of kippesoep, destijds nog zonder ‘n’ . In het voorjaar werd er dan weer een nieuwe toom jonge kippen gekocht, die weer een paar jaar ‘meegingen’. Op een gegeven moment werd een volière aan het kippenhok vast gebouwd waarin mijn oudste broer Bert onder andere een toompje krieltjes hield. Deze waren wél voor de leuk. Als hij uit school kwam kon hij uren naar deze kipjes blijven kijken om hun sociaal gedrag te bestuderen. In een kippengemeenschap is een sterke hiërarchische rangorde. Iedere kip heeft hierin een bepaalde plaats, onderdanig naar diegenen die boven haar staan en de baas over alle ‘mindere’ kippen die onder haar staan. Deze pikorde, zoals dit fenomeen wordt genoemd, vinden we bij veel dieren en ook bij de mens terug. Eenieder weet zijn plaats in de groep en dat geeft rust.

Na afloop van het koninklijk huwelijk afgelopen vrijdag zijn we de kipjes gaan halen. Het zijn geen vorwerkers geworden omdat de fokker ze alleen als gewone kippen had en niet de krieluitvoering. In plaats daarvan zijn er als alternatief porceleinkrieltjes meegebracht. Als ik op internet zoek vind ik niet zo snel iets hierover. Wel over een bepaalde kleurstelling bij kippen die porcelein genoemd wordt. Het zijn schatjes. Een echte pikorde kan ik nog niet vaststellen maar dat zal zich zeker snel uitwijzen. Hoewel ik ze de eerste avond nog de weg naar het nachthok heb moeten ‘wijzen’ hadden ze gisteravond deze hulp niet meer nodig. Toen we ’s avonds thuis kwamen zaten ze met zijn viertjes lekker warm tegen elkaar aan, in een hoek van het nachthok. William keek me nog, over de ruggen van de meisjes even verrast aan. Zo te zien hebben ze het nu al naar hun zin.

En nu maar wachten op de eerste eitjes van Kate, Pippa en Lizzy.

     

                                                  William                                        Kate (of Pippa of Lizzy)

Reactie:

 

Hoi Rob,
 
Ik hoop dat je kipjes veel eitjes gaan leggen.

 

 

Thuis hadden wij ook kippen, Barnevelders naar ik meen. Om de beurt hadden wij kinderen de taak de mestplank schoon te maken en ze hard en zacht voer te geven.
Als ze gingen kloeken werden ze apart onder een omgedraaide zinken teil gezet en door de buurman geslacht.
Mijn broer Arnold en ik wilden dat karweitje ook wel eens klaren en vingen de kip onder de teil vandaan en liepen naar de tuin van de buurman, Opa Verstraeten. Die had een hakblokje met een zinken lapje erop. Ik moest de kip vasthouden en Arnold, die 5 jaar ouder was, kapte de kop door. Maar......... ik liet van schrik te vroeg los en de kip rende met de kop nog aan één peesje door de tuin tot hij tenslotte het loodje legde. Als trofee kreeg ik de poten. Als je dan aan een peesje trok gingen de tenen bewegen. Dat trekken deed ik dan via een touwtje en dan leek het net of ik kippenpootjes had. En dan maar achter andere kinderen aanrennen.

 

Ans Simons-Hulscher, Landgraaf

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE