23 augustus 2015

23 augustus 2015

Universeel

Kennen jullie het ook, dat gevoel dat je ergens aan meedoet, een loterij of een prijsvraag of iets dergelijks, en dat je nooit in de prijzen valt? Best wel een beetje frustrerend. Ik doe daarom al jaren nergens meer aan mee en weet ook al jaren de verleiding te weerstaan om, ondanks het feit dat je bijna wekelijks wordt ‘belaagd’ met allerhande reclame om het toch eens, en meestal de eerste keer gratis, te proberen. Toch deed ik, zonder dat ik het zelf wist, mee met een fotowedstrijd op facebook.


“Goedemiddag, komt het gelegen, dat ik u een paar vragen stel?” Een Belgische stem aan de andere kant. Amaaj, wat kan dat wel niet zijn. Normaal gesproken kap ik dit soort telefoontjes meteen af. Ik heb me niet voor niets al jaren geleden laten registreren in het bel-me-niet-register maar dit keer ben ik toch wel nieuwsgierig wat deze Belgische me te vragen heeft. “We zijn een bedrijf dat gespecialiseerd is in meststoffen. Onlangs hebben we ons ook geworpen op de buitenmarkt en om dit te promoten, Substral goes outdoor, hebben we een fotowedstrijd uitgeschreven. Heeft u onlangs meegedaan met deze fotowedstrijd en een foto van uw tuin ingestuurd?” Nee, dat had ik niet. Ik zit niet eens op Facebook. Er bleek een foto te zijn ingezonden en via de link van deze foto kwam men op mijn site terecht. Iemand had geprobeerd om met een foto van mij met de hoofdprijs, een veertiendaagse reis naar de Canarische Eilanden, aan de haal te gaan. Grapje natuurlijk. Ik vroeg naar de naam maar die zei me toch helemaal niets. “Uiteraard gaan we deze inzender diskwalificeren. Mag ik u heel hartelijk danken voor uw tijd. Een fijne dag nog.” Daags daarna ontving ik een mail waarin ze me vroeg naar mijn adres. Men wilde me toch een van de prijzen doen toekomen.

We waren net terug van vakantie toen Johnny, onze pakketpostbezorger, aanbelde. Een pakket uit Belgie, mijn prijs! “Proficiat met uw overwinning! Hierbij bezorgen wij u graag de meststoffen voor uw tuin. We wensen u heel veel tuinplezier! Met vriendelijke groet, Astrid.” Er zaten zes zakken mest in de doos: hortensiamest, blauwmaker voor hortensia’s, buxus en coniferenmest,  Geraniums en zomerbloeiers, rozenmest en een zakje ‘universeel’. Dat is gemakkelijk, die mest kan ik overal voor gebruiken.

In de zakjes die ik kreeg zit anorganische mest, mest die in een fabriek gemaakt is, kunstmest dus. In principe gebruik ik geen kunstmest. Alleen bij pot- en kuipplanten ligt dit wat anders. Die krijgen wekelijks wat ‘voedingszouten’, meststoffen, opgelost in water. zij krijgen in het voorjaar wel een nieuwe toplaag in hun pot van nieuwe potgrond, gecombineerd met koemest. Planten in de volle grond krijgen alleen organische mest in combinatie met compost. Organische mest verbetert de structuur van de grond en dat doet kunstmest niet. Hierin zitten puur de voedingstoffen die een plant nodig heeft. Kunstmest is een soort astronautenvoedsel voor de plant. Op alle zakjes staat de mengverhouding vermeld van de belangrijkste voedingsstoffen, stikstof, fosfor, kalium soms nog aangevuld met magnesium en sporenelementen,  de zogenaamde NPK-verhouding. Stikstof (N) is nodig voor de groei van de groene delen van de plant. Fosfor (P) bevordert de vorming van haarwortels en de ontwikkeling van knoppen en bloemen. In het voorjaar een gift beendermeel (rijk aan fosforzouten) zet de wortels aan tot actie. Kalium (K) zorgt voor een sterke plant, verbetert de weerstand en beschermt een plant tegen infecties.

Zes zakken mest, zes verschillende samenstellingen voor verschillende planten. En dat is nog niet eens alles; voor ieder plantje is er wel een apart mestje op de markt. Kijk voor de aardigheid maar eens in een tuincentrum. Ik vraag me altijd af in hoeverre dit wel allemaal nodig is. Als je zelf weet wat een plant wanneer en waarvoor nodig heeft kun je zelf aan de samenstelling op de verpakking wel bepalen of dat is wat je zoekt. Wat bovendien grappig is, is dat de samenstellingen van de verschillende merken vaak heel verschillend is. Welke mest geef ik bij voorbeeld aan mijn rozen? De rozenmest van Bakker heeft een NPK-mengverhouding van 5-4-10. Relatief veel kalium die de plant beter beschermt tegen allerhande infecties terwijl Ecostyle een verhouding heeft 7-7-5, juist weer heel weinig kalium maar gelijke delen stikstof en fosfor. De rozenmest van Pokon bevat juist weer veel stikstof die de groei van de plant bevordert (NPK 7-3-4) net zoals die van Substral, die in verhouding nog meer stikstof geeft (NPK 12-3-5). Bij deze twee laatste merken wordt ook nog magnesium toegevoegd (magnesium is het centrale molecuul van bladgroen en speelt dus een belangrijke rol bij de fotosynthese). Trouwens, de mengverhouding van hun buxus- en coniferenmest is identiek aan hun rozenmest. Zijn heel andere planten met heel andere groei- en bloeipatronen, toch? Rijst bij mij de vraag, kun je niet elke mest overal voor gebruiken?

Het stond maar op een van de zes zakjes maar is in principe niet elke mest een beetje ‘Universeel’?


 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE