24 augustus 2014

24 augustus 2014

De aanhoudende regen

Water. Als er één ding is waar we deze zomer meer dan genoeg van hebben gehad dan is het wel water. De regen wil maar niet stoppen, tenminste het wisselvallige weer. Ook de ‘kou’ die hiermee getrouwd lijkt te zijn, weet van geen wijken. ‘Who’ll stop the rain’ klinkt op de achtergrond en lijkt na bijna 45 jaar weer heel actueel. Creedence Clearwater Revival had het antwoord niet en ook nu is er geen weerman die deze vraag beantwoorden kan. Door de rauwe stem van John Fogerty lijkt de regen nog natter, nog aanhoudender. Over een dikke week schrijven we alweer september. Al met al lijkt de zomer dit jaar tussen onze vingers door weg te glippen.

Terwijl ik dit schrijf wordt de lucht in het westen alweer donkerder. Aan de ‘wapenstilstand’ die we enkele uren geleden met de weergoden gesloten leken te hebben, zal weer snel een einde komen. Gigantische naaktslakken komen dan weer tevoorschijn om zich te goed aan al onze bloemen. Met een beetje pech blijft er van onze verbena’s, viooltjes en vlijtige liesjes niet veel meer over dan enkele minuscule sprietjes. Deze plunderaars zijn niet alleen gigantisch in grootte maar ook in aantal. Wat je ook probeert, scherp zand, kleingemaakte eierschalen, koffiedik, half ingegraven blikjes bier, het lijkt vaak nauwelijks te helpen. Ikzelf heb dit jaar, in tegenstelling tot de algemene trend, nauwelijks last van slakken. Misschien komt dit door de natuurlijke vijanden want tijdens en vlak na een regenbui lijken talloze kikkers aan land te komen en op jacht te gaan naar zo’n lekkere hap. Het is uitkijken dat je niet op ze gaat staan. Mika, onze adoptiekat, gaat op haar beurt weer achter de kikkers aan. Ze eet ze tegenwoordig niet meer op maar het zoeken ernaar blijft wel spannend voor haar. Huisjesslakken trouwens, horen in tegenstelling tot de naaktslakken, niet tot onze tuinvijanden; zij eten geen ‘levend’ groen maar leven van afgestorven plantenresten. Twee uitzonderingen: de Wijngaardslak en een kleiner familielid hiervan, de Segrijnslak, die trouwens óók ‘eetbaar’ is.

Wat ik wel een echt probleem vind is dat deze regen een groot deel van alle planten in potten en bloembakken volledig verzuipt. Vlijtige liesjes verdwenen, lobelia’s verdwenen, cosmea’s verdwenen. De grond in deze potten was zo doorweekt dat de planten het loodje hebben gelegd terwijl ze onder normale weersomstandigheden nog maanden gebloeid zouden hebben. Een volgezogen spons was er niets bij. Hoe kleiner de pot, hoe groter het probleem. Vorige week verving ik in een bak nog de schamele resten van wat ‘zomerbloeiers’ door surfinia’s maar of die het uiteindelijk wél gaan redden…..? Er zijn trouwens planten die je ondanks de regen toch in de gaten moet houden, en water moet geven. Hun vorm of de stand van hun bladeren zorgt ervoor dat een groot deel van het regenwater naast de pot terecht komt.

Toch dankt ons land zijn rijkdom deels aan deze regen en de gematigde temperaturen. Nederland heeft een gematigd klimaat. Het is relatief vochtig en de temperatuurverschillen tussen zomer en winter zijn niet extreem groot. Onze agrarische rijkdom komt juist door deze twee factoren. Echte misoogsten komen hier niet vaak voor. Hongersnood door het mislukken van de oogst kennen wij niet en dat is in veel andere gebieden op aarde wel het geval. In gebieden in Afrika is het vaak extreem droog. Hier valt vaak jaren geen regen en het ‘dagelijks brood’ is er lang niet dagelijks zo vanzelfsprekend als bij ons. Daarmee wil ik helemaal niet zeggen dat ik het fijn vind dat het maar blijft regenen, uiteraard niet. Maar met bovenstaande gedachte in mijn achterhoofd relativeer ik wel. Hier in Nederland hebben we het heel goed, altijd meer dan voldoende te eten en dat is, als je het goed beschouwt, eigenlijk het allerbelangrijkste, en dat is deels te danken aan de ………. regen!

Deze regen heeft, voor mij althans, toch ook nog één positieve kant. In de voortuin heb ik al jaren een klein stukje gras. Dit gras werd steeds meer gras met mos, met madeliefjes, met paardebloemen, boterbloemen, duizendblad en nog allerhande andere inheemse gasten. Geverticuteerd heb ik het al jaren niet meer nadat ik de verticuteerhark aan iemand heb uitgeleend en ik weet niet meer aan wie. Wel bemest en gekalkt maar dat was niet voldoende voor de grassprietjes om de strijd te winnen. Tien dagen geleden heb ik de knoop doorgehakt en de oude ‘graszoden’ met gasten afgestoken, de grond goed omgespit en bemest, en nieuwe zoden gelegd. Voor een middag werk en tien euro was ik klaar. Door de aanhoudende regen heb ik geen water hoeven geven. Na één week al zat het vastgegroeid en het ziet er nu al uit alsof het altijd zo geweest is. En dat, dankzij de aanhoudende regen.

      

Links: Slakkenvraat. In no-time blijft er van je zojuist geplante viooltjes weinig meer over.
Midden: Vlijtige Liesjes houden van water. Toch is teveel water funest.
Rechts: Het kan ook anders. Zo stonden ze er een paar jaar geleden bij, eind oktober!

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE