25 januari 2009 

25 januari 2009

Discriminatie?

 

Afgelopen dinsdag was een gedenkwaardige dag. Na eeuwen van onderdrukking en discriminatie van de ‘Afro-Amerikaan’ werd in de Verenigde Staten de eerste ‘zwarte’ Amerikaanse president beëdigd.

 

Komt discriminatie ook voor in de plantenwereld? Als je je dat afvraagt dan hangt het er maar vanaf hoe je het bekijkt. Er zijn heel bescheiden plantjes die stil vanaf hun plaatsje alles bekijken. Ze houden zich op de achtergrond. Andere zijn veel brutaler. Ze eisen hun plek op, breiden zich snel uit en dulden op den duur geen anderen. Maar toch is dit niet onder de noemer van discriminatie te plaatsen. In de plantenwereld is het meer het recht van de sterkste, de ‘survival of the fittest’. Ieder voor zich. Discriminatie betekent letterlijk "het maken van onderscheid". Het bewust benadelen op grond van uiterlijke kenmerken of eigenschappen. En omdat planten voor zover wij weten, geen bewustzijn hebben, doen ze dit dus niet. Discriminatie, nee dus.

 

Toch zie je sommige planten steeds meer en andere steeds minder. Met name in tuinen. En dat ligt natuurlijk aan ons, de tuiniers. Wij trekken voor, bevoordelen én benadelen. Discriminatie, ja dus.

Een groep planten die tegenwoordig steeds minder gewaardeerd wordt is de coniferenfamilie. De conifeer heeft een beetje een oubollig karakter. En dit is zeker niet terecht. Bij de ‘kegeldragers’, als je het letterlijk vertaalt, horen niet alleen de bomen die wij als ‘coniferen’ kennen maar ook alle dennen, sparren, ceders enz.  Eigenlijk is dit een groep bomen waar we meer respect voor zouden moeten tonen. Honderden miljoenen jaren geleden groeiden ze al over de hele wereldbol, heel lang voordat God de loofboom schiep.Wat records betreft voeren ze de lijst aan. Een loofboom komt met moeite tot een hoogte van 55 meter. Verscheidene coniferen worden hoger, wel tot meer dan 100 meter! Coniferen zijn ook in het bezit van alle leeftijdsrecords: duizend jaar is heel gewoon. Dat is voor een loofboom uitzonderlijk oud.  Wist je trouwens dat ze onlangs de oudste nog levende boom ter wereld hebben ontdekt? Een Noorse spar, een ‘gewone’ kerstboom, die gekiemd en geworteld is direct na de laatste ijstijd, zo’n 9500 jaar geleden! Bij mij komt dan de vraag naar boven: waar komt dat zaadje dan weer vandaan?. Hoe lang heeft die dennenappel dan wel niet onder het ijs gezeten?

Waar komt de hedendaagse afkeer van coniferen eigenlijk vandaan? Twintig, dertig jaar geleden waren coniferen razend populair. Een coniferenhaag van dwergcypressen (Chamaecyparis lawsoniana), Thuja of ‘leylandies’ (Cupressocyparis leylandii) was wel een fikse aanslag op je beurs, maar dan je had wel wat. Het summum van tuinsierkunst. Daar kon geen ‘gewone’ heg tegenop. Alleen het nodige onderhoud, jaarlijks snoeien om ze plat te houden, bleef vaak achterwege. De haag werd dikker en dikker. En wat nog erger was, hij was van binnen helemaal bruin en dor! Dit is natuurlijk normaal, maar voor veel mensen een doorn in het oog. Uiteindelijk resultaat: coniferen eruit, schutting erin. Nooit meer een conifeer in mijn tuin! Een andere veelgemaakte fout is dat er een boom geplant wordt die uiteindelijk veel te groot wordt. Tenminste in dat kleine tuintje. Waar blijft de ‘doorzon’ van je doorzonwoning als die ceder na 25 jaar je voortuin terroriseert? En dan wordt er geknipt, gesnoeid en gezaagd totdat er uiteindelijk nog maar een schim over is van wat het had kunnen worden.

Toch jammer. Bij coniferen is een enorme variatie, zowel qua vorm, kleur, grootte, groeisnelheid. Er is altijd wel iets bruikbaars voor je tuin. Maar laat je goed informeren zodat de boom die je plant uiteindelijk de juiste blijkt te zijn. Een tuin met alleen maar coniferen raad ik trouwens van de andere kant wel weer sterk af. In een tuin die het hele jaar groen is gaan de seizoenen deels aan je voorbij. 

Zo kan het ook. Enkele jaren geleden bezochten we Nohant in midden Frankrijk. De Franse schrijfster George Sand bracht het grootste deel van haar leven door op het kasteeltje dat ze erfde van haar grootmoeder, die haar opvoedde . Bij de geboorte van haar twee kinderen (1823 en 1828) plant  ze een atlasceder (Cedrus atlantica ‘Glauca’). Tijdens de laatste weken van haar leven laat ze haar bed naar het raam schuiven zodat ze uitzicht heeft op deze twee geboortebomen. Nu, 180 jaar later, zijn deze twee ‘onbeschadigde’ bomen zeer imposant. Helaas heb ik deze twee niet gefotografeerd.

      

                                         1.                                             2.                                            3.  

1 en 2. Fraaie ongeschonden atlasceders op de Molenberglaan in Heerlen. Deze woning is ontworpen door architect Peutz en gebouwd in 1919. Deze ceders, waarschijnlijk geplant direct na de bouw, zullen dus ongeveer 90 jaar oud zijn, dus pas de halve leeftijd als de ceders in Nohant!

3. De smalle Cryptomeria’s (Cryptomeria japonica lobii) komen op deze plek prachtig tot hun recht. Hoezo oubollig? (toevoeging 2018. Om parkeerruimte te creëren werden deze bomen in 2018 gekapt)

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE