27 juli 2014

27 juli 2014

A lovely fortnight

Nog voor dat ik er ben schieten er twee eekhoorns, vlak voor me, het pad over. Ze flitsen een boom in. Het is nog vroeg. Terwijl het hier normaal wemelt van toeristen is er nu nog niemand te zien. De zon schijnt laag over de bomen en verlicht de oude geveltjes van het rijtje huisjes, Arlington Row. Dat ze hier al zo’n 400 jaar staan is eigenlijk bijna ongelooflijk. Gebouwd van steen die hier in de omgeving al eeuwenlang gewonnen wordt. Prachtig geel, bijna honingkleurig, deze cotswoldsteen en waarvan hier nagenoeg alles gebouwd is. Een beekje, een aftakking van de Coln, kabbelt vreedzaam ervoor langs. Een zwanenpaar met een hele sliert grijze jonkies kijkt me in het voorbijzwemmen aan. Deze streek was ooit dé wolstreek van Engeland en in deze huisjes woonden wevers. Hun weefgetouwen stonden op de hoge zolders. Een en ander mag er nu wel ‘romantisch’ uitzien maar voor hun was het destijds armoede. De kleine raampjes lieten nauwelijks licht binnen, maar kleine raampjes betekende minder belasting. Die werd geheven naar de grootte van de ramen. Er is sindsdien nauwelijks iets aan de huisjes veranderd. En met de strenge regels van de Engelse monumentenzorg blijft dit gelukkig ook nu nog zo.

Bibury, het mooiste dorp van Engeland, zo schreef William Morris ooit. Maar eigenlijk is deze hele streek, de Cotswolds, prachtig. De streek dankt zijn naam aan een 80 km lange heuvelrug in Centraal Engeland, die van Bath naar het noordoosten loopt. Het omvat diverse graafschappen maar het grootste deel ligt in Gloucestershire (spreek uit glostersjer). Het is het grootste ‘Area of Outstanding Natural Beauty (het grootste aaneengesloten gebied van buitengewone natuurlijke schoonheid) van het Verenigd Koninkrijk. Bijgenaamd ook wel ‘Het hart van Engeland’.

Het glooiende landschap, de eeuwenoude bomen, de schapen die ooit voor de rijkdom van deze streek zorgden zie je hier nog steeds, kilometers en kilometers muurtjes, gestapeld van gele cotswoldsteen. Er werd en wordt bij het bouwen van deze muurtjes geen cement gebruikt en toch hebben ze al, en zullen ze nog, eeuwen doorstaan. Dit alles vormt één geheel, samen met de dorpjes en gehuchten die willekeurig verspreid lijken te liggen in het landschap. Als je de moderne auto eruit weg weet te denken, of je vervangt hem door een postkoets met paarden, dan weet je hoe het er vroeger uitzag. Wanneer je door dit heuvelachtige landschap rijdt val je van de ene verbazing in de andere. Dorpjes met centraal bijna altijd een vele eeuwen oude kerk. Scheef gezakte grafmonumenten en – stenen met nauwelijks leesbare teksten. Ene William, achternaam onleesbaar, geboren zeventienhonderd-ergens-in-de-tachtig, ligt hier al zó lang onder een met korstmossen overgroeide steen. In Nederland is dit voorrecht niet voor velen weg gelegd. Een opvallend grafsteentje vinden we op het kerkhof van Fairford, een nabijgelegen dorp. Tussen allemaal oude stenen vinden we een ‘nieuwer’ grafje, dat van Tiddles, de ‘Church Cat’. Zeventien is ze geworden, begraven in 1980. Ze is komen aanlopen en werd vriendin van de koster en zijn vrouw. Ze woonde vaker de mis bij en lag dan meestal op schoot bij een van de kerkgangers. Ze sliep in de kerk. Of ze om de kost te verdienen ook veel muisjes ving is onbekend. Na haar dood vond men dat ook zij zeker een grafsteentje verdiende, net zoals overleden gelovigen. Misschien nog wel méér, vonden sommigen.

Gedurende de twee weken dat we er zijn is het weer uitstekend. In tegenstelling tot enkele nachten waarin het flink tekeer gaat, is het overdag droog, bijna altijd zonnig en warm. Heel warm zelfs. Veel Engelsen puffen want deze warmte zijn ze hier niet gewend. We maken heel wat kilometers door deze prachtige streek en zien heel wat dorpjes en tuinen. Het lijkt één groot filmdecor. Maar niet alleen lijkt, het ís het ook echt. Bridget Jones, Miss Marple, Harry Potter, Midsommer Murders en ga zo nog maar even door, het is hier allemaal gefilmd. Bijna elk dorpje, kerkje, klooster en manor is hiervoor geschikt. Het zijn bijna allemaal huisjes die voldoen aan de ‘Anton-Pieck-formule’: lage daken, verweerde muren, ronde erkertjes met kleine raampjes, vreemde hoekjes en uitbouwtjes, afdakjes boven de voordeuren, stapelmuurtjes die de voortuintjes afscheiden van de straat en die vol staan met bloemen in alle kleuren van de regenboog. Het onderhoudsvriendelijke grind waar we in Nederland zo dol op zijn, hebben ze hier gelukkig nog niet ontdekt. Vaak zijn de geveltjes ook nog eens overwoekerd met rozen, clematis, wilde wingerd of klimhortensia. Een of enkele grote bomen, bomen die vaak twee keer zo hoog zijn als het huisje zelf, geven het geheel een niet te evenaren charme. Echt geweldig. Dit wil ik thuis ook! Maar of ik dit ook maar in de verste verte kan benaderen…..

Terug in Nederland. Het zal wel weer even wennen zijn. Speciale dank aan Lieve, onze nieuwe ‘reisleidster’ die ons probleemloos 1500 km van locatie naar locatie over Engelse weggetjes heeft geleid waardoor we heerlijk hebben genoten van de prachtige Cotswolds. Kortom, it was a lovely fortnight.

Een kleine selectie van de vele foto’s.

010203.

040506.

070809.

101112.

131415.

161718.

1. en 2.  Bibury Row. 3. Bibury Court Hotel, voormalig Manor House dat dateert uit de 17de eeuw. 4. Stapelmuurtje van Cotswoldsteen. 5. en 6. Grafsteen van Tiddles, de kerkkat, Fairford. 7. Bomen die vaak twee keer zo hoog zijn als het huisje zelf…, Stanton. 8. Ablington House. 9. Hidcote gardens. 10. Magnolia grandiflora voor Halls’s Croft, Stratford-upon-Avon, het huis van Shakespeare’s dochter. 11. Chipping Camden. 12. Burford. 13. Enkele oude dikke taxussen blokkeren bijna de deur van de kerk van Stow on the Wold. 14. Driehonderd jaar oude grafsteen, Bibury. 15. De Broadway Tower. 16. Stanway House. 17. Snowshill
18. Stanton, Church of St Michael and All Angels, gebouwd in de 12de eeuw.

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE