28 juni 2015

28 juni 2015


Dik honderd jaar eerder…

Honderdvijftien jaar en negentien dagen geleden. Dina schrijft een kaartje aan Netta, in Amsterdam. De kaart wordt tweemaal gestempeld, eenmaal hier in Heerlen en eenmaal, dezelfde dag, 19 juni 1900, in Amsterdam. Waarschijnlijk is het diezelfde dag, een dinsdag,  ook nog bezorgd. Wat Dina kwijt wilde schrijft ze op de voorkant want de achterkant was alleen bestemd voor het adres.
 
De twee fotootjes op de voorkant van dat kaartje geven een blik op het Heerlen van toen: het sanatorium dat tegen het Aambos aan ligt en er nog steeds staat, en Mariabad, hoek Akerstraat, Putgraaf, dat al meer dan honderd jaar geleden werd afgebroken. Beide gebouwen, inclusief een derde, het ‘Mannenhuis’, later rusthuis St. Joseph, speelden een belangrijke rol in de tijd dat Heerlen een voornaam kuuroord was, ruim honderd jaar geleden. Ene broeder Aloysius was de initiatiefnemer van het hele project. Hij combineerde zijn eigen kruidenkennis met de kennis inzake koudwaterbaden die hij opdeed bij pastoor Kneipp in het Zuid-Duitse Wörshoven. Het werd een gigantisch succes. Patiënten kwamen uit heel Europa. In 1910 telde het gastenboek maar liefst 2400 patiënten.


Heerlen negentienhonderd. Aantal inwoners zesduizend zeshonderd. Er was nog geen elektrische straatverlichting (pas in 1902), water moest men nog halen bij een van de pompen, waarvan er een voor het klooster van Mgr. Savelberg stond, want er was nog geen waterleiding (pas in 1908). De Oranje Nassaustraat en de Saroleastraat, twee straten in het centrum die elke Heerlenaar kent, waren er nog niet. Vanuit dit Heerlen schrijft Dina haar kaartje. Postzegel één cent (omgerekend nog geen halve eurocent), dat waren nog eens tarieven. En ook nog dezelfde dag bezorgd, wat een service!

In die honderd jaar is heel veel veranderd. Ik ging eens kijken in hoeverre er nog iets herkenbaar is. Ik begin mijn wandeling onderaan de Voskuilenweg, Gasthuisstraat. Als ik in de richting kijk waar ooit het St. Josephziekenhuis stond, zie ik pas goed hoe het centrum van de stad uit zijn voegen aan het groeien is. Het is wel een stuk groener dan in de sixties.

 

Vervolgens loop ik de Putgraaf omhoog op zoek naar de ‘kneippinrichting’. Tussen bomen en wat nieuwbouw door vind ik het imposante gebouw dat ooit het onderkomen van de mannelijke kuurgasten was. Op dit stukje grond hier voor me liep broeder Aloysius honderd jaar geleden tussen zijn kruiden. Het gebouw werd enkele jaren geleden verbouwd tot appartementencomplex.

 

 

 

Van het éérste onderkomen van de dames, voordat ze verhuisden naar het sanatorium, Mariabad, is niets meer te zien. Het werd in 1912 afgebroken om plaats te maken voor de directeurswoning van de toenmalige vroedvrouwenschool die een jaar eerder ernaast gebouwd was. De naam Mariabad vinden we alleen nog terug in de naam van het appartementencomplex dat er nu staat.

 

Het meest ‘groene’ is het oude sanatorium, het huidige Huize de Berg. Het lijkt bijna niet veranderd al staan er geen ligbedden meer op het gras. Ook de duiventil die er kort na 1900 stond is verdwenen. Het is wel nog steeds een oase van rust.

 

  

Het ontwerp, het lijnenspel van de ‘voortuin’ is nagenoeg hetzelfde. Een cirkel in het midden met een waterpartij waarvan de fontein helaas nu niet meer werkzaam is, is er altijd geweest. Vanaf de ooit imposante voordeur loopt er een zichtas richting Heerlen. Ook die zichtas is er altijd geweest net zoals het uitzicht. In vroegere tijden waren er nog allerhande bloemperken met een keur aan kleuren. Het is sterk vereenvoudigd. De fontein en de paden zijn gelijk gebleven. Enkele oude beuken die in 1900 geplant zijn en twee naar ik denk even oude sparren geven body aan het park. Verder een mooi gazon en strak geschoren buxusheggetjes. Wat bloemen omzomen de waterpartij. Eenvoudig maar fraai. De weg naar beneden wordt aan een zijde afgezet met kleurige borders. Aan de achterkant heeft een tuin gelegen die bijna dezelfde opbouw had. Kruisvormige paden met op het kruispunt een bloemencirkel met daarin centraal een groot beeld. Tegen de hoge muur langs de Voskuilenweg stonden kassen en koude bakken waarin van alles werd gezaaid en voorgetrokken. Het sanatorium had destijds een heel grote groentetuin en boomgaard aan de overkant van de weg. De huidige brug was er toen nog niet. Bij een uitbreiding is dit stuk tuin aan de achterkant verdwenen.

 

Verder ligt er tussen de gebouwen en het Aambos nog een park, een beetje in Engelse landschapsstijl. Hier was ooit een Lourdesgrot waar dagelijks door de zusters gebeden werd. De grot verdween, Maria bleef.

 

Helaas heb ik niet kunnen achterhalen wie zijn naam onder dit tuinontwerp heeft gezet. Zuster Liesbeth heeft voor mij het archief ‘uitgespit’ maar van de tuin niets kunnen vinden. Met haar heb ik uitgezocht door welk raam kort na 1900 een fotograaf een foto maakte. Ik heb dit nog eens overgedaan met het uitzicht op Heerlen, maar wat een verschil.
 
Ik vind het jammer dat veel van dit oude en de sfeer van destijds er niet meer zijn. Het straalde een zekere gezelligheid uit, gemoedelijkheid is misschien een beter woord. Wat zou het mooi zijn als er een tijdmachine bestond. Wat zou ik daar dan graag in stappen en deze wandeling nogmaals maken, maar dan dik honderd jaar eerder.

De waterpomp voor het Savelbergklooster is kort na de aanleg van de waterleiding in Heerlen weggehaald.

 

 


 

 

 

 

 

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE