29 januari 2012

29 januari 2012

Heksenbezem

Heel, heel lang geleden, in de tijd van dwergen, trollen, tovenaars en heksen was er eens een heks die heel diep in een donker bos woonde. Elke nacht maakte ze op haar bezem de buurt onveilig. Boeren en dorpelingen bleven na zonsondergang binnen en vergrendelden hun deuren om niet door haar verrast te worden. Op een ochtend was ze wat aan de late kant. Ze was aan de praat geraakt met een oude tovenaar in een ver afgelegen woud. Veel te laat sprong ze op haar bezem om naar huis te vliegen maar toen de eerste zonnestraal de bezem raakte kon ze niet meer verder vliegen. Ze moest te voet verder. Haar bezem bleef hoog in de boom hangen en hij hangt er nog steeds, samen met die van talloze andere onoplettende lotgenoten.

Het is winter. De bomen zijn kaal. Juist nu zijn hun kale silhouetten en takkenstructuren heel herkenbaar. Elke soort heeft zijn eigen karakteristieke vorm, stand van takken, schors en ga zo maar door en is, ondanks dat hij nu geen bladeren heeft, toch meestal goed identificeerbaar. Als je bij zo’n kale boom omhoog kijkt zie je ook nog allerhande andere zaken. Talloze vogelnesten, ieder met zijn eigen ‘bouwstijl’. Het overdekte nest van de ekster met een geheime ingang, het duivennest dat niet meer lijkt dan wat losse takjes en de tientallen roekennesten, kort bij elkaar, hoog in een populierenaanplant. Is de bol groen dan hebben we te maken met de maretak, een halfparasiet, een plant met vele mysterieuze eigenschappen. Maar wat het ook nog kan zijn, is de bezem van die heks.

Een mooie fabel, toch? In werkelijkheid is deze ‘takkenbos’ een ziekte, de besmetting met een schimmel. Voor ik verder vertel moeten we eerst even terug naar de schoolbanken voor een korte biologieles. Een boom groeit bij voorkeur aan de toppen van zijn twijgen. Bepaalde groeihormonen concentreren zich aan die uiteindes en de knoppen staan als het ware te popelen om te gaan groeien. Maar dat zijn niet de enige knoppen die een boom heeft. Hij heeft er oneindig veel, eigenlijk zo’n beetje overal langs zijn stam en takken. Toch lopen deze normaal gesproken nooit uit, blijven ze ‘in slaap’. Deze slapende knoppen komen alleen in actie in geval van nood. Breekt bij een storm een tak af dan zullen de slapende knoppen die op het uiteinde van de stomp zitten door de verhoogde concentratie groeihormonen wakker worden en uitlopen. Zo ontstaan er een aantal nieuwe takken op die plek. Kijk naar bomen die geknot worden en die daarna wonderbaarlijk uitlopen.

Als een boom wordt besmet met zo’n ‘heksenbezem’ schopt deze het hele groeisysteem in de war. Deze schimmel gaat door het hele vaatstelsel. Afzagen van een besmette tak heeft dus geen enkele zin. De natuurlijke groeiremmer werkt niet meer en op bepaalde plaatsen worden alle slapende knoppen ‘wakker geschud’ en gaan groeien. Zo groeit er een hele takkenbos waar deze normaal gesproken nooit zou zijn ontstaan.

Elke boom heeft zijn specifieke schimmel die een heksenbezem kan veroorzaken. De meeste bezems vinden we in de berk. Natuurlijk kost het vormen van zo’n heksenbezem energie maar toch heeft het meestal maar weinig invloed op de conditie van de boom.
 
Ik zeg meestal, want op dit moment worden de cacaobomen van Ivoorkust bedreigd door een soort heksenbezem. Het 'cacao swollen-shoot virus' (CSSV) is de schuld van een daling van de productie met maar liefst een derde. Ook in Brazilië worden de plantages bedreigd door deze heksenbezem. Het virus wordt verspreid door wolluis, iets waar maar weinig aan te doen valt. Er wordt genetisch naarstig gezocht naar waar de gevoeligheid hiervoor precies ligt en zo een mutant te kweken die minder gevoelig of liefst helemaal ongevoelig is voor dit CSSV-virus. Tot die tijd is er maar één oplossing: het rooien van miljoenen besmette bomen. Het zou best kunnen zijn dat de prijs van chocolade de komende tijd flink gaat stijgen.


Heksenbezems worden ook wel eens bewust toegepast. Wanneer ze in een bepaalde boom worden geënt geeft dit vaak een dwergboom. In 1995 werd bij een ginkgo in het Kronenburgpark in Nijmegen een heksenbezem ontdekt. Door stekken van deze heksenbezem te enten op een ginkgo-onderstam ontstond een Japanse notenboom die nauwelijks groeit. Hij kreeg de naam, hoe kan het ook anders, Ginkgo biloba ‘Mariken’. Het is een boom die ideaal is voor de kleine tuin. Ook bij andere boomsoorten worden heksenbezems  toegepast om kleine varianten van grote bomen te kweken.

Maar om te zien waar het allemaal begon, waar de boze heks gestrand is, daarvoor moet je er toch echt op uit. Speur eens aandachtig de kruinen af, vooral bij berken. Al zullen de meeste takkenbossen wel nesten zijn, maar met een beetje geluk vind je ook wel een heksenbezem.

  

Eksternest in berk                                        Maretak in populieren (Onderste Caumer, Heerlen)

  

Heksenbezem in eik (Amsterdam)                       Heksenbezem in beuk (Kapellerbos, Landgraaf)

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE