29 mei 2016

29 mei 2016


De week van de kip.

Begin van de week. Ik wachtte met spanning af. Lizzy, een van mijn kippetjes, kreeg na vijf jaar toch nog moederlijke kriebels. Na enkele dagen kloekend te hebben rond gelopen nestelde ze zich pontificaal op het nest. Maar er was één groot probleem. Harry de haan verhuisde enkele maanden geleden naar Kunrade. Op eigen eitjes zou Lizzy kunnen broeden tot Sint-Juttemis,  zonder resultaat. Dus moest ik snel op zoek naar eitjes van kippen die leefden in een gewone gezinssituatie. Mijn voorkeur ging uit naar Orpingtons, een ras waar ik een paar jaar geleden bij een pluimveeshow in Kunrade meteen door gecharmeerd werd. Een geweldige kip, model theemuts, je kent ze wel. En ze zijn ook in ‘kleinformaat’ verkrijgbaar. Ik vond eieren op internet maar een paar honderd kilometer rijden voor zes eitjes, dat ging me letterlijk toch wat te ver. Dichter bij huis vond ik eieren van de witte Barnevelder kriel. Twee dagen later zat Lizzy op echte eieren.

Afgelopen woensdag was de grote dag. Een dag eerder hoorde ik al gepiep toen ik Lizzy van het nest af zette voor haar verplichte dagelijkse wandeling. Lizzy was heel plichtsbewust en kwam niet uit zichzelf van het nest om te eten en te drinken. Spannend, maar ik moest nog een dag wachten. Toen ik woensdag rond het middaguur eens keek of ze misschien al rondliep met zes gele ‘bolletjes’ lag een van deze bolletjes voor het nest. Slap, koud, levenloos. Toen ik Lizzy weer van het nest af pakte zag ik dat zich een drama had afgespeeld. Een ei was nog niet uitgekomen en de rest, met uitzondering van één, was dood, vertrapt door Lizzy. Twee vond ik pas terug toen ik het stro uit het nest haalde. Wat een triest gezicht. De enige overlevende zette ik zolang in het broedmachientje dat ik, voor het geval dat Lizzy er de brui aan zou geven, stand-by op 37,5 graden had gehouden. Op dit moment fungeert een oud aquarium als couveuse van waaruit ‘survivor piep’ de omgeving goed in de gaten houdt.


Het was goed balen woensdag. Voor een tweede poging, dit keer in het broedmachientje, was het te laat. Ze zouden niet groot genoeg zijn om helemaal zonder lamp naar buiten te kunnen als wij met vakantie gaan. Toch zou ik graag zien dat Harry’s plaats door twee krieltjes werd opgevuld. Nog maar eens verder kijken…..

Vond ik een paar weken geleden niets qua Orpington in de buurt,  nu wel. Nog net binnen onze provinciegrenzen, krieltjes, in de kleur die ik zocht, buff, twaalf weken oud. Het was er een groot dierenparadijs. Eenden, kippen in alle maten en kleuren, alles liep door elkaar. In een stal zag ik een orpingtonkloekje met een toompje kuikens rondscharrelen. Vijf gigantische hanen leefden er vreedzaam samen zonder dat het ooit tot een ‘woordenwisseling’ kwam. Nooit een ruzie of onenigheid die uitgevochten moest worden, aldus de eigenaar. Toch heel wonderbaarlijk.

Thuis gekomen lopen Betsy en Gertie nieuwsgierig de ren in. Het Welsumer trio bekijkt ze een beetje argwanend. Het gaat wonderbaarlijk goed. Ik had eigenlijk verwacht dat met veel geruzie de pikorde meteen opnieuw zou worden bepaald. Maar niets van dit alles. Ze bekijken elkaar van een afstand, maar van geen van de twee fronten wordt de aanval ingezet. Toch zal dat zeker nog gaan gebeuren.

Ondertussen vraagt binnenshuis Piep alle aandacht. Het piepen hoor je tot op zolder. Haal je hem eruit dan is het goed, dan is hij stil. Hij, of zij, even afwachten, eet en drinkt prima. Hij loopt in een rotvaart achter me aan als ik hem op de grond zet, echt in een tempo dat je voor zo’n klein vogeltje niet voor mogelijk houdt. Het laat me denken aan het ‘Grote Kuiken’. Lang geleden, onze achtertuin leek wel een dierentuin, experimenteerden we met van alles. Zomaar om eens te proberen, legde ik een kippenei onder broedende lachduiven. Hoewel een duif maar twee weken hoeft te broeden maakten ze de drie weken gelukkig geduldig vol. Het pasgeboren kuiken verhuisde meteen naar een doos binnen en werd liefdevol door ons allemaal ‘opgevoed’. Na een broodmaaltijd fungeerde het Grote Kuiken als kruimeldief. Hij moest natuurlijk wel iets doen voor de kost. Je zult misschien wel denken, hoezo Grote Kuiken. Ik denk vanwege het kleine formaat krielkuikens die er ook vaker waren.

Hoe het verder met Piep gaat, dat zien we wel. Als ik iets eerder gekeken had, had ik zes kuikens gehad waar zeker wel twee kippetjes tussen gezeten hadden. Het zou net zoveel werk geweest zijn als nu met één kuikentje. Mocht het Kleine Kuiken een kip zijn dan mag hij blijven uiteraard. Maar een haan …….. daar begin ik niet meer aan. Voor hem zoek ik dan wel een goed thuis. Maar zover is het nog niet.


  

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE