30 augustus 2009 

30 augustus 2009

Het mysterie ‘kleur’

 

Stel je eens voor dat je geen kleur zou kunnen zien. Alleen maar diverse tinten grijs, zwart en wit. Hoe saai zouden jouw kleurige borders dan voor jezelf zijn. Bij veel diersoorten komt dit voor maar bij de mens gelukkig bijna niet. Bijna niet, want van de zanger Sting (The Police), is bekend dat hij zwart-wit ziet. Hij weet natuurlijk niet beter maar het lijkt me lastig, vooral ook in het verkeer. Voor hem verandert het verkeerslicht van grijs, naar grijs, naar……grijs. En als het onderste grijze licht brandt betekent dat doorrijden.

 

Hoe werkt dit ‘kleuren zien’ eigenlijk?

In het menselijke oog zitten twee verschillende ‘sensoren’, de staafjes en de kegeltjes. De staafjes zien alleen de lichtintensiteit (zwart en wit, licht en donker) terwijl de kegeltjes kleur onderscheiden. Er zijn kegeltjes die rood waarnemen en weer andere die blauw en geel zien. Een combinatie van die drie geeft een perfect, natuurgetrouw kleurenbeeld. Als een van de drie soorten kegeltjes ontbreekt wordt het beeld qua kleur niet compleet weergegeven. Men is kleurenblind. Kleuren zien is een eigenschap die op het geslachtschromosoom ligt met als gevolg dat kleurenblindheid bij mannen meer voorkomt dan bij vrouwen. Een op de twintig mannen is kleurenblind terwijl dit bij vrouwen bijna niet voorkomt. Maar ook als je wel gewoon kleuren ziet blijft het combineren van kleuren in je borders vaak een lastige klus.

 

In het kort even iets over kleuren. Er zijn drie hoofdkleuren: rood, geel en blauw, de primaire kleuren. Ze worden primair genoemd omdat ze van elkaar verschillen en omdat ze geen pigment van een andere kleur bevatten. Alle andere kleuren kunnen worden gemaakt door verschillende hoeveelheden van de primaire kleuren te mengen en door wit, grijs of zwart aan het mengsel toe te voegen. Een mengsel van gelijke delen van twee primaire kleuren levert de drie secundaire kleuren op: oranje(rood en geel), groen(geel en blauw) en paars(rood en blauw). In de kleurencirkel zijn de drie primaire en de drie secundaire kleuren zo gerangschikt dat de secundaire kleuren steeds tussen de twee primaire kleuren liggen waaruit ze voortkomen. Dus: rood, oranje, geel, groen, blauw, paars en weer rood. De cirkel is rond. Alle kleuren die tussen de primaire en secundaire kleuren liggen worden tertiaire kleuren genoemd. Alles nog duidelijk? We gaan nog één stapje verder. Om alle kleuren die in de natuur voorkomen te kunnen weergeven kunnen zwart, grijs en wit worden toe gevoegd. Kleuren die ontstaan doordat wit wordt toegevoegd noemen we tinten; toevoegingen met grijs tonen, en met zwart schakeringen. Alle tinten, tonen en schakeringen van alle primaire, secundaire en tertiaire kleuren vormen een palet van meer dan duizend waarneembare, verschillende kleuren. Kleuren genoeg om een mooie border mee samen te stellen. Maar welke kleuren staan goed bij elkaar en welke weer juist niet?

 

Er zijn enkele globale regels:

-         Het enkelvoudig kleurgebruik. Tinten, tonen en schakeringen van een en dezelfde kleur, leveren altijd een harmonieus geheel op. Bij voorbeeld: roze, rode, donkerrode en donkerpaarse kleuren passen altijd heel mooi bij elkaar.

-         Aangrenzende kleuren, kleuren die naast elkaar in de kleurencirkel voorkomen, harmoniëren van nature. Bij voorbeeld rood naast oranje. En narcissen of blauwe sneeuwroem kleuren mooi in het groene gras.

-         Wat ook harmonieert zijn complementaire kleuren, kleuren die pal tegenover elkaar in de kleurencirkel staan. Bijv. Geel – paars, rood – groen en oranje – blauw. Natuurlijk ook dit weer inclusief de verschillende tinten, tonen en schakeringen.

 

Dit zijn natuurlijk maar enkele vuistregels voor kleurgebruik. Veel leuker is het om zelf hiermee te experimenteren en ook buiten deze regels. Hoe verassend is vaak het effect van planten die zich spontaan in de tuin hebben uitgezaaid en onverwacht, tegen alle hierboven genoemde regels, toch prachtig contrasteren.

 

Ik hoop dat het mysterie ‘kleur’ een beetje minder mysterie geworden is.

‘Roxanne, you don’t have to put on the red light.’ Voor Sting blijft, wat hij precies zingt, voor altijd een mysterie.

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE