4 september 2016

4 september 2016

Stekelbaarsjes

Wat is het allemaal toch lang geleden. Op woensdagmiddag, het struinen door de velden, door het hoge gras. De zomerse geur, lekker languit liggend, kijken naar de wolken, genieten van de zon. Langzaam schuifelen door het hoge gras, sprinkhanen vangend die, opgeschrikt door ons, een veilig heenkomen zochten. En vlinders vangen in de holtes van je handen om ze meteen weer te laten vliegen. Lang, lang geleden allemaal.
In dit rijtje hoort zeker nog een andere bezigheid thuis, en wel het ‘stekelbaarsjes vangen’. Hoeveel uren ik langs de waterkant gezeten heb, ik weet het niet meer. Bij de vijvers achter de LTM-garages aan de Grasbroekerweg, maar vaker nog langs de smalle slootjes bij de ruïne van kasteel Schaesberg. Rondom de brede gracht lag een smalle sloot van misschien hooguit anderhalve meter. Vrij ondiep met glashelder water, boordevol waterpest. Nu ik dit schrijf voel ik de spanning van het vangen opnieuw. Met een klein netje, soms zelfs met slechts een theezeefje lukte het om er heel wat uit te vangen. Stekelbaarsjes zijn nieuwsgierig en het komt aan op stil zitten en geduld. Vroeg of laat zwemmen ze vanzelf boven je netje en dan snel omhoog halen en tellen.


Het driedoornig stekelbaarsje is een inheems visje. Hij komt voor in zoet, maar ook in brak en zout water. Elk jaar trekt hij vanuit zee landinwaarts. Hij is zilverkleurig met zwarte vlekken op de zijkanten. In de paartijd krijgt het mannetje een vuurrode buik. Het stekelbaarsje komt in bijna heel Europa voor. Ze kunnen zo’n vier jaar oud worden, maar meestal sterven ze al na hun eerste voortplantingsseizoen. Het is een jager. Alles wat beweegt, muggenlarven, watervlooien, nimfen van eendagsvliegen, is niet veilig voor hem.
Normaal leeft de stekelbaars in grote scholen. Alleen in het broedseizoen vormt het mannetje een territorium. Hij bouwt een nest van allerhande stukjes waterplant. Daarna leidt hij het vrouwtje door het nest en zij wordt aangezet de eitjes af te staan die vervolgens door hem worden bevrucht. Het mannetje verzorgt daarna de eitjes tot ze, na ongeveer een week, uitkomen. Pa houdt de groep bij elkaar, hetgeen steeds moeilijker wordt. Na een aantal weken gaan ze hun eigen weg. In het najaar beginnen ze, indien mogelijk,  aan hun reis naar zee.

Wat ik destijds deed met die visjes weet ik niet meer. In een aquarium gezet neem ik aan. We hielden jarenlang een stekelbaars op onze slaapkamer. Het vijfliter aquariumpje paste precies op een tegel van de vensterbank. ’s Winters was het op  onze slaapkamer zo koud dat het aquariumpje rondom helemaal dicht vroor. Aan de bovenkant moest het ijs regelmatig ‘gebroken’ worden om het stekeltje van zuurstof te voorzien en om te voorkomen dat het aquariumpje kapot zou vriezen. Hij zal wel blij geweest zijn als in het voorjaar zijn zwemruimte weer toenam.

Een kleine tien jaar geleden legde ik een vijver aan. Ik zette er in enkele malen windes in, in totaal een stuk of dertig waarvan er nu nog vijf over zijn die nog niet door de reiger eruit geplukt zijn. Achteraf gezien had ik liever wat inheemse dieren en visjes in de vijver los gelaten, wat salamanders, voorntjes, elritsen, maar vooral het stekelbaarsje. Al jaren probeer ik ze te kopen maar tot nu toe was ik telkens weer te vroeg of te laat en viste ik weer achter het net. De LTM, de Limburgse Tramweg Maatschappij, de voormalige busmaatschappij, bestaat al heel lang niet meer. De garages zijn afgebroken. Of de vijvers er nog zijn weet ik niet. De ruïne van kasteel Schaesberg met zijn grachten daarentegen is er wel nog. Hij staat weer volop in de belangstelling. Afgelopen week in het bijzonder als locatie van een van de activiteiten van het Heerlens cultuurfestijn Cultura Nova. Maar daarnaast trekt het bezoekers vanwege het feit dat het slot in de komende decennia op zeventiende-eeuwse wijze volledig herbouwd gaat worden. Als vrijwilliger vertel ik geïnteresseerden regelmatig iets over de geschiedenis en hoe de herbouw plaats gaat vinden. Natuurlijk kon ik het niet nalaten om zo af en toe de grachten, die er nog steeds zijn, eens af te speuren naar mijn visjes, de stekelbaarsjes. Onder waterlelies zaten wel enorme karpers maar stekelbaarsjes….. tot ik op een middag hele groepen ervan zag, jonge visjes nog, tientallen, misschien wel honderden. Een dag later zat ik daar nog eens, aan de waterkant, meer dan vijf decennia later, gewapend met emmer en visnet. Het ging net zo gemakkelijk als toen. Geduld, even wachten, ze zijn nog steeds nieuwsgierig. Een half uur later was mijn emmer voldoende gevuld. Nadat ik ze had losgelaten in mijn vijver dacht ik aanvankelijk dat ik mijn windes had vergast op een lekkere vismaaltijd maar nu, enkele maanden later, zie ik nog steeds hele groepjes rondzwemmen. Ze zijn er nog steeds, die goede oude stekelbaarsjes.

   



Afbeeldingen direct hierboven: internet

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE