5 april 2015

5 april 2015

Het meest ‘veelzijdige’ stukje vlees, …..

Hebben jullie al ‘getietsjt’, eitje getikt? Je wint als jouw ei heel blijft, en nog mooier natuurlijk, als je van iedereen wint. Dat ei eet je uiteraard natuurlijk niet meteen op, dat gaat mee naar de volgende ronde, later op de dag of op tweede paasdag.
Ooit had ik een ei dat alle rondes glansrijk won. In die tijd hadden we nog kippen. Om het leggen te stimuleren werden er wel eens kalkeieren, ‘stenen’ eieren in het nest gelegd. En als je zo’n kalkei een leuk paaskleurtje geeft dan is het bijna niet van echt te onderscheiden. Je hebt dan een echte ‘winner’. Niet iedereen kon achteraf om mijn grapje lachen. Deze anekdote komt met Pasen zo af en toe wel weer eens naar boven. Een anekdote uit een tijd dat er met eieren, zeker met die van onze eigen kippen, niets aan de hand was.



Dit gold destijds ook voor de kippen zelf. Maar de kleinschaligheid van toen maakte plaats voor de grootschaligheid van nu. Meer, meer, meer, groter, groter, groter, het kan nog wel goedkoper. Voor een gigastal ,meer dan tien keer zo groot als een megastal, met ‘plaats’ voor 1,1 miljoen kippen en 35.000 varkens, werd de vergunning na acties van o.a. omwonenden, ingetrokken. Maar doordat het beloofde verbod op megastallen uit blijft groeit dit aantal helaas wel nog steeds, en snel. Er zijn er inmiddels al honderden in Nederland.

Met ‘kip, het meest veelzijdige stukje vlees’ en ‘hoe kip jij vandaag’ worden we lekker gemaakt om kip te eten. Tuurlijk, het is op heel veel manieren smakelijk te bereiden. En we eten flink wat kip weg. Per dag worden er in Nederland zo’n 1,7 miljoen kippen geslacht. Dit zijn meest kippen die hiervoor gefokt zijn. Een klein gedeelte is ‘uitgeprocedeerde’, sorry, ‘uitgeproduceerde’ legkippen. Het aantal kippen, zowel leg- als vleeskippen, dat opgehokt zit in Nederland in de bio-industrie is nu, op het moment dat je mijn verhaaltje leest, zo’n kleine 100 miljoen.

Ze worden niet als dieren gezien, maar als producten. En dat terwijl het toch echt wel dieren zijn. Ze worden in fabrieken vermeerderd, geproduceerd en verhandeld. Zo veel mogelijk en zo snel mogelijk om het zo goedkoop mogelijk te houden. Bijna alles wordt machinaal gedaan, kuikensorteerders, lopende banden, slachtmachines, kuikenvegers, enz. Ze zitten boven op elkaar, met zijn twintigen op één vierkante meter, soms met tienduizenden in één stal.  Het is dan ook heel begrijpelijk dat ze in de bio-industrie preventief met antibiotica worden behandeld om ziektes te voorkomen. En dat is voor ons, de mens, alles behalve ideaal. Mede door het feit dat er steeds meer bacteriën zijn, de zgn. ESBL-bacteriën, die enzymen aanmaken die deze antibiotica weer afbreken. Ze worden steeds ongevoeliger voor antibiotica. Als deze antibiotica niet meer werken wordt het bij de mens ook veel moeilijker bepaalde ziektes te bestrijden. Door het eten van kip lopen we een verhoogd risico ‘besmet’ te raken met deze bacteriën. Het is inmiddels wel bewezen dat kip wordt gezien als verspreider van deze bacteriën. Bij een steekproef van 40 monsters kipfilet uit de supermarkt bleken er maar liefst 27 besmet! Bij 6% van de kipfilet werden de bacteriën zelfs op de buitenkant van de verpakking aangetroffen. Zolang we gezond zijn is er niets aan de hand maar wordt je ziek dan kan dit wel degelijk grote problemen opleveren. Is kip eten nog wel zo verstandig?

Kort samengevat. Kip zit behoorlijk vol met ziekmakende bacteriën. En niet alleen de bio-industriekip maar ook in de beter-leven-kippen, al is bij die groep de hoeveelheid aanzienlijk minder. De bestrijding van salmonella is door diverse maatregelen wél ver terug gedrongen. De ESBL-bacteriën leven in de darmen en de kip heeft daar geen last van. Als de kip geslacht wordt komt de bacterie via darm en uitwerpselen op de veren, op het vlees terecht. Er wordt nog te weinig gedaan om dit probleem op te lossen. Zo lang men er geen kippetje minder door verschalkt lijkt de noodzaak niet aanwezig. Er is ook nog veel onduidelijk, zeker met betrekking tot de campylobacter. ’s Zomers is vrijwel elke kip besmet terwijl in de winter de bacterie nagenoeg geheel verdwijnt. Deze immuniteit wordt wel gezien als een van de grootste bedreigingen van onze volksgezondheid.

Waar kun je op letten als je toch kip wilt bereiden:

-    Was je handen regelmatig, zeker voor je gaat koken en nadat je rauw vlees hebt aangeraakt.

-    Snij de kip als laatste en zorg dat niets met de rauwe kip in aanraking kan komen. Gebeurt dit toch was het dan grondig. Prik nooit met hetzelfde bestek in rauw vlees en daarna in eten dat al gaar is.
-    Gebruik een aparte snijplank voor de kip en reinig deze direct na gebruik en grondig.
-    Bak het vlees goed gaar.
-    Vries verse kip eerst in. Campylobacter wordt zo minder. Het verdwijnt niet helemaal. Ontdooi in de koelkast.
-    Eet alleen in de winter kip. Er zijn dan aanzienlijk minder besmettingen.

Maar even dit allemaal terzijde, het is tenslotte Pasen en daar horen eigenlijk geen sombere verhalen bij. De tafel staat gedekt en dadelijk komen de kinderen. Het wordt zeker gezellig. Voor vanmiddag staat een heerlijke wandeling op het programma maar dadelijk eerst de brunch. Er wordt getietsjt. Niet iedereen kon destijds om mijn grapje lachen. En uiteraard terecht. Toch had ik de anekdote wel weer eens willen doen herleven maar dat doe ik bij nader inzien toch maar niet.

Vrolijk Pasen!

 

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE