6 april 2014

6 april 2014

De vierkante meter-tuin

Lang geleden, ruim een halve eeuw schat ik, had ik in de lange tuin die we toen hadden, een stukje van mijzelf. Helemaal achteraan, onder de duiventil die bewoond werd door Barend en Katrien, een koppeltje Hollandse meeuwtjes. Ik zaaide er wat, probeerde er wat, plantte er wat, vaak allerhande bloemetjes die mijn vader zaaide en waarvan er meer opgekomen waren dan hij nodig had. Ik harkte de grond, begoot de plantjes en genoot van een voorspoedige groei en vaak lange bloei. Mijn tuintje van toen zal ongeveer een vierkante meter groot geweest zijn.
Veel jaren later, inmiddels getrouwd, woonden we op een flatje, drie hoog. Een leuk balkonnetje maar geen tuin. De woonkamer stond vol met tientallen planten en de  schreeuwende dwergpapegaaitjes tussen al dit groen maakten de jungle compleet. Toch miste ik het ‘wroeten in de grond’. Een volkstuin bracht de uitkomst. Één vierkante meter werden er ruim tweehonderd. Jarenlang werd er goed uit gegeten maar mee en mee kwam de klad erin. Deels tijdgebrek maar de laatste jaren speelt ook het feit dat mijn rug niet altijd meewerkt een rol in de verwaarlozing van dit stukje grond. Afgelopen maand eens flink opgeruimd. Allerhande bomen en boompjes, kastanjes, lindes, knotwilgen, Amerikaanse eikjes en zomereiken, waarvoor ik uiteindelijk toch geen liefhebbers vond, zijn gerooid en afgevoerd naar het milieupark. Opgeruimd staat netjes. De helft wordt nu ingezaaid met gras. Geen tweehonderd vierkante meter meer maar minder dan de helft voor groente en fruit.

Steeds meer mensen zien het belang in van verse groenten en fruit, onbespoten en zonder kunstmest opgekweekt. Een reactie misschien na alle voedselschandalen die ons de laatste jaren bereiken, en dan met name met betrekking tot het vlees dat we eten? Zelf een koe, varken of kippen houden ligt natuurlijk wat moeilijker maar eigen groente, en dan onbespoten natuurlijk, dat is een heel ander en gemakkelijker verhaal. Tuinieren kan op een klein oppervlak. Ook van één vierkante meter kun je al veel lekkers en gezonds halen. De Amerikaan Mel Bartholomew vond het onzinnig dat je vaak veel meer zaait dan je nodig hebt; een groot deel van de zaailingen wordt na opkomst weer uitgetrokken, en dat je een heel stuk land bemest terwijl je in feit vaak nog geen kwart beplant. En dat je vaak zoveel oogst dat je er een heel weeshuis mee zou kunnen voeden. Weeshuizen zijn er niet meer dus waarom zoveel zaaien, verspenen en uitplanten? Pure verspilling. Hij bedacht het concept van de ‘square foot garden’ de ‘vierkante metertuin’, een minigroentetuintje dat door uitgekiende wisselteelten het hele jaar door zorgt voor wat vers op tafel. Het oorspronkelijke ontwerp bestaat uit een verhoogde bak die onderverdeeld is in zestien vakken van een vierkante voet, ongeveer 30 bij 30 centimeter. Totale grootte van de bak dus 1,2 bij 1,2 meter. De bak hoeft geen contact te maken met de grond eronder en kan dus ook geplaatst worden op een terras of balkon. Ook kan hij verhoogd worden geplaatst op een tafel voor mensen die moeite hebben met bukken. Door hem van wielen te voorzien kan hij ook nog eens worden verreden naar de op dat moment gunstigste plek.
 
Het grondmengsel moet uiteraard voldoen aan diverse eisen. De mix moet bestaan uit drie gelijke delen: compost, tuinturf en vermiculiet. Compost zit zo vol met voedingsstoffen dat je het mengsel vooralsnog niet hoeft te bemesten. Let er wel op dat je compost gebruikt die van verschillende materialen gemaakt is en niet bijvoorbeeld alleen van bladeren. Turfmolm of tuinturf is een product dat ontstaan is door verrotting van plantaardig materiaal. Het is een sponsachtig materiaal dat je vindt in een vochtige omgeving. Na winning wordt het doorgevroren en vervolgens gedroogd, gemalen en gezeefd. Na deze bewerking kan het veel vocht opnemen. Vermiculiet, de derde component, is een korrelig materiaal dat er een beetje uitziet als popcorn. Het wordt bij hoge temperatuur gepoft waardoor het nog lichter wordt en veel water kan vasthouden en later ook weer gedoseerd kan afstaan. De combinatie van deze drie materialen zorgt voor een prima ‘bodem’ met een goede watervoorziening voor alle toekomstig te planten groenten.

Het mooie van zo’n minimoestuin is dat je precies zaait wat je nodig hebt. Niet teveel waardoor je een groot deel weer moet uittrekken. Is er iets wat je super lekker vindt dan kun je dat om de paar weken in een ander vak zaaien waardoor je er telkens weer van kunt smullen. Water geven doe je gericht, aan de voet van de plantjes en alleen als het nodig is. Het mengsel heeft goede watervasthoudende en –afgevende eigenschappen en ondanks dat de bak maar zo’n 20 cm hoog is wordt de waterhuishouding door dit mengsel gegarandeerd.

Ooit begon ik met een vierkante meter. Wellicht, ooit, moeilijk ter been, een pijnlijke rug en allerhande andere ongemakken, eindig ik ook weer met een klein stukje om ‘in te wroeten’, mijn eigen vierkante meter-tuin.
 
Enkele voorbeelden (afbeeldingen: internet)
      

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE