6 september 2015

6 september 2015

Een geweldig project

Vanuit het keukenraam hadden we een prachtig uitzicht. We woonden aan de rand van Heerlen. Aan de overkant van de straat begon Schaesberg. Tussen de haagbeukbomen door zag je alleen maar ‘boerenland’ met in de verte hoeve Leenhof, de voormalige mijnwerkerskolonie, het Kapellerbos en het daarnaast gelegen volkstuincomplex waar ik al een kleine veertig jaar een tuin heb. Maar iets dat me veel meer fascineerde lag verder naar links. Het ene jaar stak het boven tarwe, het jaar daarna boven suikerbieten, en dan weer boven mais uit, iets dat ooit een kasteel moest zijn geweest. Het rondje met Lester, onze Ierse setter, een rondje van zo’n twintig minuten, ging dwars door het veld, om de volkstuintjes en als laatste om die ruïne heen. De voorhoeve die ik me nog wel in volle glorie herinner omdat ik daar heel wat stekelbaarsjes ving, werd enkele jaren voordat wij naar de Bredastraat verhuisden afgebroken, maar van het adellijk huis zelf, bleek al tientallen jaren niet veel meer over dan wat bouwvallige resten. Hoe dit er ooit uitgezien had bleef lang een raadsel. Internet had je toen nog niet dus googelen ging niet. In een boek, Kastelen in Limburg, dat ik ooit met een verjaardag kreeg, stond het niet. De ‘hoop stenen’ ging pas leven toen een collega en ik in 1975 besloten een kijkje te gaan nemen bij Monumentenzorg in Zeist. Heel gedetailleerde tekeningen en haarscherpe foto’s, ooit gemaakt door ene Adolph Mulder in opdracht van monumentenzorg, gaven een geweldig beeld van wat hier ooit gestaan had.


 

  

     
Afbeeldingen: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, voorheen Rijksdienst Monumentenzorg.


Het verval dat kort na 1900 begon werd later ook fotografisch vastgelegd. Een uitermate triest ‘beeldverhaal’. Nadat de laatste bewoner in 1733 kinderloos stierf bleef het onbewoond. De Duitse tak had minder compassie met dit slot hetgeen het verval inluidde. Na de oorlog werd het onteigend en kocht de gemeente Schaesberg het kasteel voor nog geen honderd gulden. Ze moest beloven er alles aan te doen om het te herstellen, of op zijn minst verder verval te voorkomen. Er zijn meerdere pogingen gedaan. Enkele malen is het water uit de grachten weg gepompt om een en ander te onderzoeken maar dit heeft het verval alleen nog maar versneld. In 1968 vroeg de gemeente Heerlen, inmiddels eigenaar van de hoeve, een afbraakvergunning aan voor de boerderij. “Wat Heerlen kan, kunnen wij ook”, moet de gemeente Schaesberg gedacht hebben en deed hetzelfde voor het kasteel zelf. Heerlen kreeg groen licht, Schaesberg niet. De hoeve verdween in enkele weken volledig van de aardbodem. In 1975 deed de gemeente een nieuwe poging maar ook dit keer zonder resultaat. De gemeente ging niet erg tactvol om met het stamslot van de familie die heel veel heeft betekend voor Schaesberg. Zelfs hun naam hebben zij aan hun te danken. Maar nu is hun standpunt 180 graden gedraaid.

Het tij is gekeerd. Er zijn grootse plannen. Het kasteel wordt herbouwd en dit gaat gebeuren op de manier waarop dit in de zeventiende eeuw gebouwd is. Alle materialen, alle onderdelen worden op het terrein op ambachtelijke manier gemaakt. In de bosjes eromheen komt een heus ambachtendorp met een smederij waarin alle ijzerwerk, muurankers, deurbeslag enz. wordt gemaakt. Een houtzagerij, een timmermanswerkplaats, een steenhouwerij en ga zo nog maar even door. Ook is men al begonnen met de aanleg van een historische tuin waarvan de opbrengst deels gebruikt zal gaan worden in de uitgebreide horecagelegenheid. Eveneens wordt er een kinderboerderij gerealiseerd. In het bezoekerscentrum wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de inrichting en de informatievoorziening die een en ander duidelijk moet maken. Er zijn altijd rondleiders die je graag vertellen wat je wil weten, over het project, de ambachten en over de geschiedenis.

Het hele project gaat lang, héél lang duren, zo’n 25 a 35 jaar. Het streven is niet om de klus zo snel mogelijk te klaren maar om dit op ambachtelijke manier te doen. Toegankelijk voor iedereen. Een stukje geschiedenis, niet statisch, maar dit keer in uitvoering, zoals ik op hun folder lees. Telkens als je terugkomt, en dat moet je echt doen, is men weer met wat anders bezig en zijn er weer vorderingen te zien.

Het kasteel lag ooit helemaal in het groen getuige deze twee afbeeldingen. (Links een litho van Alexander Schaepkens rond 1850 uit Les environs de Rolduc, rechts een afbeelding uit het boek Rolduc in woord en beeld van R. Corten en A. Ruyten dat verscheen in 1902)

  

Bij de uitbreiding van het kasteel met een voorhoeve werd er een eik geplant. Deze werd in 1918, puur voor de opbrengst van het hout, gekapt. Doodzonde! (Afb: Limburgs Dagblad)



Slot Schaesberg gezien van het Kapellerbosje

    

Tussen 1975 en 1985 werd er onderzoek gedaan door studenten van de TH Delft onder leiding van Hugo Knook. Als laatste werden het kasteel en de boerderij tot op een bepaalde hoogte weer opgemetseld waardoor de contouren weer duidelijk zichtbaar werden. Ook werden de grachten weer in de oorspronkelijke grootte uitgegraven. Helaas zonder archeologisch vooronderzoek.

  

In de toren is een constructie aangebracht om te voorkomen dat de twee helften alsnog zouden instorten, mét een trap naar boven. Vandaar is de enorme omvang van de boerderij met een frontbreedte van maar liefst 60 meter, goed te zien.

    

Er is ook al een begin gemaakt met de aanleg van de historische groentetuin. Hier kom ik nog op terug.

  

Het is een geweldig project, de hergeboorte van een kasteel. Volgende week is het weer monumenten-weekend. Kom gewoon eens kijken. Koffie met gebak staat klaar.



VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE