9 oktober 2011

9 oktober 2011

Bamboe is geweldig.

Vorige zomer bracht ik vanuit ons vakantieadres een polletje bamboe mee. Een soort die je daar overal ziet, vaak vele meters hoog. (zie rechts) Toch is lang niet iedereen blij met bamboe. Gooi het maar eens in de groep en gegarandeerd dat negen van de tien iets negatiefs zullen zeggen. “Wat een onkruid” en “als je het eenmaal in je tuin hebt kom je er nooit meer van af” of “wat een ontzettende woekeraar”. Je vindt in de groep gegarandeerd maar weinig voorstanders. En de tegenstanders hebben ten dele gelijk. Als je je niet verdiept in deze materie en gewoon maar even een paar plantjes koopt, en dan ook nog de ‘verkeerde’, en ze in je tuin plant dan zou je inderdaad wel eens onaangenaam verrast kunnen worden. Ik zette mijn bamboeplantje daarom in een pot omdat ik geen idee had hoe hij anders door mijn tuin zou gaan ‘lopen’.

Laat me beginnen met te zeggen dat bamboes echt geweldige planten zijn. Ze horen tot de grassenfamilie. Deze familie is al lang heel belangrijk voor de mens. In bijna alle gebieden groeien ze en vormen ze een belangrijk onderdeel als voedsel voor mens en dier. We laten ons vee grazen in weides die honderden jaren geleden in de plaats kwamen van bossen. Voor de mens zijn diverse ‘grassen’ niet weg te denken uit het dagelijks leven. Tarwe, gerst, haver, mais, rijst, suiker, waar zouden we zijn zonder al deze producten. En het riet in onze sloten dat eeuwenlang gebruikt werd als dakbedekking. Gebeurt nu ook nog wel maar dan voor de welgestelden onder ons. Tussen al deze grassen staat bamboe misschien wel bovenaan. Eén plant kan veevoer leveren, eetbare spruiten, bouwmateriaal voor een huis, gereedschap en ga zo maar door. Zeker in Azië is bamboe niet weg te denken. David Fairchild, een plantenverzamelaar uit het begin van de vorige eeuw schreef na een reis door Azie: “Haal bamboes weg uit de Javaanse cultuur en er blijft vrijwel geen huis staan, geen brug, niets om op te zitten, niets om water in te dragen, geen hoeden, geen schuttingen, geen erosiebeperking, geen vogelkooien, geen vogelverschrikkers, geen bedden. Haal de bamboe weg uit onze beschaving en we moeten hooguit met een ander soort hengel gaan vissen”.

Als we alleen letten op het ‘woekeren’ zouden we de bamboes grofweg kunnen verdelen in twee groepen. Bamboes met een polvormend (sympodiaal) wortelstelsel en bamboes met een uitlopervormend (monopodiaal) wortelstelsel. Bij de eerste soort bestaat de wortelstok uit korte segmenten tussen de knopen. Er vormen zich knoppen op deze wortelstok waaruit weer andere (korte) wortelstokken ontstaan. Deze komen ook weer snel boven de grond en lopen uit tot stengels. Er ontstaat zo een compact wortelstelsel dat zich maar langzaam uitbreidt. Uitlopervormende bamboes gaan heel anders te werk. Een wortel lijkt op een horizontaal groeiende stengel: lange segmenten met wortels en knoppen op elke knoop. De stengels ontstaan uit de knoppen op elke knoop. Deze bamboes kunnen zich in korte tijd over grote afstanden uitbreiden.
Je kunt bij de keuze van bamboe het wortelstelsel natuurlijk een belangrijke rol laten spelen: met polvormende soorten speel je relatief op safe. Wat alleen jammer is, is dat er bij de uitlopervormende soorten ook geweldig mooie zijn. Neem de Phyllostachys nigra met zijn lakzwarte stengels of de Phyllostachys vivax Áureocaulis met zijn gekleurde stengels, allebei prachtig, maar woekeraars! Toch zijn er enkele methodes om ze letterlijk binnen de perken te houden. In de handel zijn speciaal voor bamboe ontwikkelde wortelbegrenzers te koop. Het plaatsen in een cementkuip zonder bodem is ook een mogelijkheid maar zorg er in beide gevallen voor dat de rand een centimeter of acht boven de grond blijft. Bamboes wortelen vrij oppervlakkig. Door het graven van een geul van 30 cm diep om de plant kunnen we ook goed in de gaten houden of er planten willen emigreren. Voor het oog kun je de geul vullen met boomschors alleen moet je dan af en toe deze schors weghalen om te kijken of er uitlopers in gegroeid zijn.

Het is een groot misverstand te geloven dat bamboe altijd wel groeit. Het vraagt zeker ook om een goede verzorging. Bamboes verdragen nagenoeg elke grondsoort. Toch is het altijd goed om het plantgat goed voor te bereiden. Maak de grond goed los en voeg flink wat humus toe. Dit zorgt voor een betere vochthuishouding tijdens de eerste jaren. Bamboes houden niet van natte voeten dus zorg voor goede drainage. Bamboes hebben altijd honger dus voeg ook wat stalmest toe. Een flinke gift beendermeel zorgt ervoor dat de wortels goed aanslaan. Plant tijdens of vlak voor een vochtige periode. Blijft de regen achterwege geef dan regelmatig water en voorkom dat de grond uitdroogt.

Ik heb mijn bamboe zojuist in een grotere pot gezet. De oude potkluit was in een kluwen wortels veranderd in die anderhalf jaar tijd. Ben heel benieuwd hoe hij hierop reageert.

     

Tip: Ben je ooit op vakantie in het zuiden van Frankrijk ga eens naar de Bambouseraie (bamboetuin) van Prafrance. Het is de oudste en grootste bamboetuin van de wereld. Je vindt er bamboes van 25 meter hoogte! Met zijn meer dan 150 soorten is hij de houder van de Franse Nationale collectie. Je gaat heel anders tegen bamboe aankijken. Bamboe is echt geweldig!

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE